1
2
A
B
A Veiligheidsblokkering in onvergrendelde
stand
B Veiligheidsblokkering in vergrendelde stand
1 Loshendel
2 Linker console
Overige bedieningselementen
Veiligheidsblokkering
Veiligheidsblokkering
WAARSCHUWING
Gevaar voor ernstig letsel.
Onbedoelde aanraking van een bedieningshendel kan aanleiding
geven tot onvoorziene beweging van de machine of onderdelen
ervan. Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
Zet altijd de veiligheidsblokkeringshendel in de vergrendelde
stand alvorens de motor te starten of op te staan van de
bestuurdersstoel.
Ontgrendelde stand (A)
Dit is de aangewezen stand om in te werken en te rijden.
Als de veiligheidsblokkeringshendel in deze stand staat, kan de
motor niet worden gestart.
Vergrendelde stand (B)
Dit is de aangewezen stand om de bedieningshendels en pedalen
te vergrendelen, dat wil zeggen de hydrauliek, de draaikrans en
het rijwerk. Op die manier kunt u onbedoelde bediening van de
machine tegengaan, wanneer u bijvoorbeeld in en uit de cabine
stapt.
Wanneer de veiligheidsblokkeringshendel in deze stand staat,
kunt u de motor starten.
Loshendel (1) voor veiligheidsblokkeringshendel en console (2)
1 Wanneer u aan de loshendel trekt, klapt u de
veiligheidsblokkeringshendel tot in de onderste
(vergrendelde) stand omlaag.
2 Wanneer u de loshendel nog een stukje verder omhoogtrekt,
kantelt u de console omhoog.
Automatische motoruitschakeling
De automatische motoruitschakelfunctie zet de motor
automatisch af wanneer de machinist een bepaalde periode geen
bedieningscommando's geeft. De standaardwaarde voor deze
periode van inactiviteit is 5 minuten en is alleen met Volvo's
servicetool aan te passen. Neem contact op met een erkende
onderhoudsmonteur.
Voorwaarden voor automatische motoruitschakeling:
- Veiligheidsblokkeringshendel staat omlaag.
- Er vindt geen roetfilterregeneratie plaats.
Eén minuut voor uitschakeling van de motor verschijnt er een
infoscherm op het instrumentenpaneel (combi-instrument) met
de tekst dat u de motoruitschakeling kunt annuleren door op de
toets ESC van het toetsenblok te drukken of de
veiligheidsblokkeringshendel omhoog te klappen.
Om de motor na automatische uitschakeling te herstarten moet u
om het systeem uit te schakelen eerst de contactsleutel
terugdraaien naar de blokkeerstand (0) en daarna weer naar de
startstand draaien.
113