Bedieningsinstructies
210
Aanbouwdelen, alternatieve manier van neerlaten
3
Leidingbreukkleppen op giekcilinder
1 Giekcilinder
2 Leidingbreukklep links
3 Leidingbreukklep rechts
Stelbout van leidingbreukklep
Alternatieve wijze van neerlaten met servodruk (met
leidingbreukkleppen)
Het is niet mogelijk het aanbouwdeel neer te laten met de
bedieningshendel, als er geen servodruk meer is. Laat het
aanbouwdeel in dergelijke gevallen neer door het oliekanaal
tussen de giekcilinders en het reservoir te openen (andere
alternatieve manier van neerlaten) en wel als volgt.
1
Gevaar voor beknelling.
Door storingen in de leidingbreukkleppen kan het aanbouwdeel
op ongecontroleerde wijze omlaagkomen.
Begeef u niet onder het aanbouwdeel bij gebruik van de
alternatieve wijze van neerlaten.
2
V1141337
1 Kies een leidingbreukklep en draai met een 4mm-inbussleutel
de bout zo ver linksom dat de giek omlaagkomt. U kunt de bout
niet helemaal losdraaien.
2 Laat de giek tot in de gewenste stand omlaag.
3 Haal de bout weer aan om de werking van de klep te
herstellen.
Aanhaalkoppel: 7 Nm (5,2 lbf ft)
V1141338
Leidingbreukkleppen
Leidingbreukklep bij heffen of neerlaten giek
De twee onderling verbonden leidingbreukkleppen zijn direct op
de onderkant van de giekcilinders gemonteerd. De kleppen
dienen voornamelijk om te voorkomen dat de giek bij leidingbreuk
ergens tussen het hoofdkleppenblok (MCV) en de
leidingbreukkleppen op ongecontroleerde wijze omlaagkomt.
Als de leiding knapt tijdens het heffen van de giek, valt de druk
onmiddellijk weg, zodat de terugslagklep sluit en de
giekbeweging wordt afgebroken.
Als er een leiding knapt tijdens het neerlaten van de giek, beperkt
dit de snelheid waarmee de giek kan worden neergelaten. De
giekbeweging kan echter worden beëindigd of vervolgd, alsof de
leiding niet geknapt is. Wanneer u de giek na geconstateerde
leidingbreuk neerlaat, moet u de olie in een passende bak
opvangen.
WAARSCHUWING