Bedieningsinstructies
204
Parkeren
5 Was de machine en werk lakschade bij om roestvorming te
voorkomen.
6 Behandel onbeschermde onderdelen met een corrosiewerend
middel, smeer de machine grondig door en vet ongelakte
onderdelen (zoals de hef- en kiepcilinders) in.
7 Controleer de machine op lekken of defecte onderdelen.
Vervang of repareer alle beschadigde of versleten
onderdelen.
8 Controleer de bandenspanning en bescherm de banden tegen
direct zonlicht.
9 Vul de brandstoftank en het hydrauliekoliereservoir tot aan de
maximumaanduidingen.
10 Dek de uitlaatpijp af (als u de machine buiten parkeert).
11 Let erop dat de vorstbestendigheid van de koelvloeistof
voldoende is (bij vorst).
12 Wanneer u machines bij extreme vorst moet stallen, dient u
de accu's te verwijderen en deze bij kamertemperatuur op te
slaan. Zorg dat u de accu's op een houten/kunststof/rubber
ondergrond plaatst.
LET OP
Laat de machine elke maand een uurtje draaien. Voer voor alle
machinefuncties een volledige bedieningscyclus uit om de
machine op bedrijfstemperatuur te brengen.
Controleren na langdurige stalling
Controleer alle olie- en vloeistofpeilen.
Controleer de spanning van alle riemen.
Controleer de bandenspanning.
Controleer het luchtfilter.
Controleer de accu's.
Controleer leidingen en afdichtingen op lekkage.
Controleer onderdelen op schade of slijtage.
Controleer de machine op vreemde materialen.
Smeer alle smeerpunten.
Veeg het vet van de zuigerstangen.
Bij gebruik van conserveringsmiddelen op de machine ter
voorbereiding op langdurige stalling dient u de
gebruiksaanwijzing van de producent door te nemen voor de
veiligheidsvoorschriften en de wijze van verwijderen.