#/.42/,%2%. 6!. (%4
42!.3-)33)%/,)%0%), %.
")*65,,%.
Lees aandachtig pag. 25 (TRANSMIS-
SIEOLIE) en pag. 43 (ONDERHOUD).
Controleer het transmissieoliepeil om de
4000 km (2500 mi), vervang de olie na de
eerste 1000 km (625 mi) en daarna telkens
om de 12000 km (7500 mi), zie pag. 49
(VERVERSEN VAN DE TRANSMISSIEO-
LIE).
48
gebruik en onderhoud RS 125
GA ALS VOLGT TE WERK
c
Zet de motorfiets op een stevige
en effen ondergrond.
N
Zet de motor af en laat hem minstens
tien minuten afkoelen, zodat de olie naar
het carter kan terugstromen en afkoelen.
N
Verwijder het linker motorscherm, zie
pag. 56 (VERWIJDEREN VAN DE ZIJ-
MOTORSCHERMEN).
N
Laat de motorfiets rechtop staan, met
beide wielen op de grond.
c
Als u nalaat bovenstaande stap-
pen uit te voeren, bestaat de
kans op een verkeerde meting van het
peil.
N
Controleer of het oliepeil zich tussen één
vierde (MIN) en de helft (MAX) van de
c
hoogte van het glas (1) bevindt.
Het oliepeil mag nooit de helft
van de hoogte van het glas over-
schrijden of onder één vierde zakken. In
het eerste geval zal de overtollige olie
uit het carter stromen; in het tweede ge-
val kan de motor ernstige schade op-
lopen.
BIJVULLEN
Als bijvullen nodig is, ga dan als volgt te
werk:
N
Schroef de vuldop (2) los en verwijder
hem.
N
Giet een kleine hoeveelheid olie in het
carter en wacht ongeveer één minuut,
zodat de olie gelijkmatig in het carter kan
stromen.
N
Controleer of het oliepeil zich tussen één
vierde (MIN) en de helft (MAX) van de
hoogte van het glas (1) bevindt.
N
Is dit niet het geval, voeg dan opnieuw
kleine hoeveelheden olie toe en contro-
leer het peil opnieuw door het glas (1),
tot het voorgeschreven niveau (MAX) is
bereikt.
N
Schroef na het bijvullen de vuldop (2)
weer op het carter en draai hem vast.
a
Draai de vulplug stevig vast en
controleer of er geen lekken zijn.
Controleer regelmatig of er geen
olieverlies is ten gevolge van een lek-
kende pakking van het carterdeksel.
Bij de eerste beurt dienen de schroeven
van dit deksel te worden gecontroleerd.
Gebruik de motorfiets niet met onvol-
doende smering of met vervuilde of ver-
keerde olie, aangezien dit de slijtage
van de bewegende delen zal versnellen
en onherstelbare defecten kan veroor-
zaken.