6//22%-
c
CONTROLE
Zet de motorfiets op een stevige
en effen ondergrond.
N
Zet de motorfiets op de standaard en
draai het stuur volledig naar rechts.
N
Controleer of het vloeistofpeil boven het
"MIN"-streepje staat.
N
Als de vloeistof niet tot aan het "MIN"-
streepje reikt, moet u bijvullen.
BIJVULLEN
a
De remvloeistof kan uit het re-
servoir lopen. Bedien de voor-
remhendel niet als de dop van
het remvloeistofreservoir los is of is
verwijderd.
N
Schroef de dop (1) los en verwijder hem.
a
Vermijd langdurige blootstelling
van de remvloeistof aan lucht.
De remvloeistof is hygrosco-
pisch, d.w.z. het neemt bij contact met
lucht het in de lucht aanwezige vocht
op.
Laat de remvloeistofhouder niet langer
openstaan dan nodig tijdens het bijvul-
len.
N
Verwijder de afdichting (2).
c
Schud niet met de motorfiets ter-
wijl u het remvloeistofreservoir
vult, om te vermijden dat vloeistof wordt
gemorst.
N
Vul het reservoir (3) met remvloeistof, zie
pag. 81 (SMEERMIDDELENTABEL), tot
het voorgeschreven niveau tussen het
"MIN"- en het "MAX"-streepje is bereikt.
a
Vul nooit bij tot boven het "MAX"-
niveau.
Enkel wanneer nieuwe remblok-
jes worden gebruikt, is het aangeraden
het reservoir tot het "MAX"-niveau te
vullen.
Naarmate de remblokjes afslijten,
neemt het vloeistofpeil af om de slijtage
automatisch te compenseren.
Vul het reservoir niet tot het "MAX"-ni-
veau wanneer de remblokjes versleten
zijn, om te vermijden dat de vloeistof
naar buiten stroomt wanneer de rem-
blokjes worden vervangen.
N
Monteer de onderdelen opnieuw in om-
gekeerde volgorde.
a
Controleer de werking van de
remmen. Neem zo nodig contact
op met uw officiële APRILIA-
dealer.
Ingeval er teveel speling in de remhen-
del zit, u teveel elastische weerstand
voelt of er lucht in het circuit is terecht-
gekomen, moet u contact opnemen met
uw officiële APRILIA-dealer, omdat kan
blijken dat het remsysteem ontlucht
moet worden.
gebruik en onderhoud RS 125
27