Configuratiebestanden
voor gebruikers
A-61588_nl januari 2008
Als de beheerder de knop Annuleren kiest, wordt het Scan Station in
de configuratiemodus voor beheer gezet. In deze modus geeft het Scan
Station automatisch het scherm in instellingenmodus weer. De beheerder
kan door elke groep instellingen lopen en de waarden wijzigen. Voor
instellingen waarvoor meer nodig is dan een simpele keuze (dat wil zeggen
getypte tekst), verschijnt een virtueel toetsenbord waarop complexere
gegevens kunnen worden ingevoerd.
Alle wijzigingen aan de instellingen van het Scan Station worden
onmiddellijk op het Scan Station opgeslagen; de beheerder hoeft niets
te doen. Raadpleeg het gedeelte getiteld "Het Scan Station bijwerken" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie over het bijwerken van het Scan Station.
OPMERKING: Wees voorzichtig bij het gebruik van het Scan Station in
deze modus, u kunt per ongeluk instellingen wijzigen.
Zolang het USB-flashstation op het Scan Station is
aangesloten, blijft het station in de configuratiemodus voor
beheer staan. Wanneer het flashstation wordt verwijderd,
wordt de normale modus van het Scan Station actief en
verschijnt automatisch het scherm Bestemmingen.
Geavanceerde gebruikers kunnen hun eigen configuratiebestanden
maken, die hun eigen scanvoorkeuren bevatten. Deze gebruikers kunnen
de configuratieorganizer starten, de gewenste wijzigingen aan de
bestemmingen en instellingen aanbrengen en deze op hun USB-
flashstation opslaan. De voornaamste verschillen tussen een
configuratiebestand voor beheer en een configuratiebestand voor de
gebruiker zijn:
• Alleen in configuratiebestanden voor gebruikers kan een flashstation
als map worden gedefinieerd.
• Alleen in configuratiebestanden voor beheer kunnen printers worden
gedefinieerd.
• Alleen configuratiebestanden voor beheer kunnen worden gebruikt
voor het wijzigen van de standaardinstellingen op een Scan Station.
Wanneer een configuratiebestand voor een gebruiker is gemaakt en op
een USB-flashstation is opgeslagen, kan het flashstation worden
meegenomen naar een Scan Station en op de USB-poort worden
aangesloten. Het Scan Station ziet automatisch dat er een flashstation
is en laadt de instellingen die in het configuratiebestand staan. Omdat
het een configuratiebestand voor een gebruiker is, wordt de gebruiker
niet gevraagd permanente wijzigingen aan de configuratie van het Scan
Station aan te brengen. In plaats hiervan worden alle bestemmingen van
de gebruiker op het scherm van het Scan Station weergegeven en zijn
deze met de standaard bestemmingsgroepen samengevoegd.
De persoonlijke bestemmingen van de gebruiker worden in dezelfde
volgorde als de standaardgroepen van het Scan Station op de bovenste
werkbalk weergegeven, maar bij elk van de persoonlijke groepen staat
een afbeelding die aangeeft dat dit een gebruikersgroep is.
Als de persoonlijke configuratie van de gebruiker wijzigingen bevat op de
instellingen van het Scan Station (alle waarden van de instellingenmodus),
vervangen deze instellingen tijdelijk de standaardinstellingen van het Scan
Station.
1-5