Configuratie en
instellingen voor
beheer
Configuratiebestanden
voor beheer
1-4
Alle beheertaken voor het Scan Station worden via de configuratieorganizer
uitgevoerd. U kunt met de configuratieorganizer configuratiebestanden
voor beheer en voor gebruikers maken. Voor het instellen van het Scan
Station moet een configuratiebestand voor beheer worden gemaakt.
Om het Scan Station correct te kunnen instellen en configureren, moet
u eerst de configuratieorganizer op een aparte computer installeren.
Wanneer de configuratieorganizer eenmaal is geïnstalleerd, maakt
u hiermee een configuratiebestand voor beheer dat naar een USB-
flashstation wordt weggeschreven (er worden bij het Scan Station 100
drie USB-flashstations geleverd). U maakt een configuratiebestand
voor beheer door Beheerder te kiezen in het menu Bestand van de
configuratieorganizer. Het configuratiebestand voor beheer krijgt de
naam KSS100.XML en wordt als een gecodeerd bestand naar het
flashstation (of een andere locatie) weggeschreven. Omdat dit bestand
is gecodeerd, kan het alleen door het Kodak Scan Station 100 of de
configuratieorganizer worden gedecodeerd en gelezen. Dit bestand
kan ook met een wachtwoord worden beveiligd, zowel op het USB-
flashstation als wanneer het naar het Scan Station wordt weggeschreven.
Wanneer het bestand eenmaal naar het USB-flashstation is
weggeschreven, kan het worden meegenomen en op het Scan Station
worden geïnstalleerd (zie onderstaand diagram).
Maak het configuratie-
bestand voor beheer
Sla het configuratiebestand op
een USB-flashstation op
Plaats een USB-flashstation
om het Scan Station bij te werken
Het Scan Station detecteert automatisch de aanwezigheid van een
USB-flashstation en zoekt naar het bestand KSS100.XML. Als het een
geldig bestand is, wordt de inhoud onderzocht op verdere te nemen acties.
Als de inhoud van het configuratiebestand niet precies overeenkomt met
de configuratie die op dat moment op het Scan Station is opgeslagen,
wordt de beheerder gevraagd om het Scan Station bij te werken met de
inhoud van het configuratiebestand op het flashstation. De beheerder kan
zelf bepalen of het Scan Station op dat moment moet worden bijgewerkt.
Wanneer de beheerder OK kiest, wordt de beheerder gevraagd het
Scan Station te configureren. Dit gebeurt in een opeenvolging van een
aantal schermen.
A-61588_nl januari 2008