2 Pre-installatiechecklist
Aangeraden wordt dit blad in te vullen voordat u het Kodak Scan Station 100 installeert. U hebt deze
informatie over uw netwerk nodig voor het maken van een beheerconfiguratie voor uw Scan Station met
gebruikmaking van de configuratieorganizer (geleverd bij het Scan Station) en het uitvoeren van de installatie.
Onderzoek zorgvuldig de gegevens waarover u niet zeker bent voor dat u het configuratiebestand voor
beheer maakt. Als u problemen hebt bij het invullen van dit blad, raadpleegt u de persoon die uw netwerk
beheert.
OPMERKING: Deze installatie laat zien wat u nodig hebt voor de installatie van het Scan Station vanaf
de datum van dit document. Aangezien wij onze producten van tijd tot tijd verbeteren,
raadpleegt u de Kodak-website (http://www.Kodak.com/go/disupport) voor de nieuwste versie.
Taalinstellingen — te vinden onder de knop Instellingen in de configuratieorganizer of de
beheerinterface.
Parameternaam
Beschrijving/voorbeeld
Taal
Naam van interface-/OCR-taal
Apparaatinstellingen — te vinden onder de knop Instellingen in de configuratieorganizer
of de beheerinterface
Parameternaam
Beschrijving/voorbeeld
Apparaatnaam
NETBIOS-naam van het Scan
Station. De standaardnaam is het
unieke serienummer van het Scan
Station (bijvoorbeeld KSSXXXX-
XXXX, waarbij X = het
serienummer)
Instellingen IP-adres — Automatisch
Automatisch (DHCP) Dit is de standaardwaarde.
Instellingen IP-adres — Statisch
Statisch (IPv4)
Standaard IPv4-adres
(bijvoorbeeld 192.0.0.1)
• IP-adres
IP-adres van het Scan Station
• Subnetmasker
Subnetmasker van het Scan Station
(bijvoorbeeld 255.255.255.0)
• Standaardgateway IP- of standaardgateway in het
netwerk
• Voorkeurs-DNS-
IP- of domeinnaamserver nr. 1
server
• Alternatieve DNS-
IP of de alternatieve
server
domeinnaamserver nr. 2
• Voorkeurs-WINS-
IP- of Windows-
server
internetnaamserver nr. 1
A-61588_nl januari 2008
Uw instelling
.
Uw instelling
Opmerkingen
Standaardinstelling: Engels.
Opmerkingen
Aangeraden wordt deze instelling
niet te wijzigen. Moet uniek zijn
(maximaal 15 tekens) in het netwerk/
subnet. U kunt dit veld ongewijzigd
laten als "Scan-Station" om te
voorkomen dat u een bestaande
apparaatnaam overschrijft. Zie
Hoofdstuk 5, Het beheer van het
Scan Station voor meer informatie.
Indien geselecteerd, worden het IP-
adres, het subnetmasker en de DNS-
server van het Scan Station automatisch
door de DHCP-server ingesteld.
Vul dit en de andere netwerksecties
alleen in als u niet DHCP gebruikt.
Alleen deze nummers zijn toegestaan:
0, 128, 192, 224, 248, 252, 254 en 255.
Als dit nummer onjuist is, kunt
u bepaalde netwerklocaties niet
bereiken.
2-1