Apparaatinstellingen
3-8
Met het pictogram Apparaat opent u een lijst met instellingen die
u gebruikt om het Scan Station voor uw kantoornetwerk te configureren.
1. Klik op het pictogram Apparaat.
2. Voer een apparaatnaam in die nog niet is gebruikt voor een apparaat
in uw kantoornetwerk. De apparaatnaam moet uniek zijn. Wanneer
u een naam invoert die al in het kantoornetwerk bestaat, verschijnt
een waarschuwingsbericht en wordt als gevolg hiervan een van de
apparaten van het netwerk verwijderd. Klik op Gereed op het
toetsenbord wanneer u klaar bent.
OPMERKING: Het Scan Station is met een unieke apparaatnaam
geconfigureerd. Als u deze apparaatnaam niet wilt
wijzigen, laat u dit veld ongewijzigd (met de
standaardnaam "Scan-Station").
A-61588_nl januari 2008