FTP-bestemmingen
configureren
A-61588_nl januari 2008
Het configureren van FTP-bestemmingen verschilt enigszins van het
configureren andere bestemmingen. U kunt met de configuratieorganizer
zowel FTP- als proxyserverinstellingen configureren. Afhankelijk van
uw netwerkconfiguratie wordt wel of niet met FTP-locaties gecommuniceerd
via een proxyserver. U kunt voor elke FTP-bestemming een gebruikersnaam
en wachtwoord instellen. Dit is belangrijk omdat u mogelijk met FTP-
locaties bij verschillende bedrijven of op verschillende bedrijfsservers
moet communiceren.
1. Selecteer Bewerken>Groep toevoegen>FTP. Het dialoogvenster
Toevoegen: FTP-map verschijnt.
2. Typ de gewenste gegevens in de velden Beschrijving, Map,
Gebruikersnaam en Wachtwoord. Het veld Map moet het volledige
pad naar de FTP-locatie bevatten, inclusief de submap waarin de
gescande documenten worden geplaatst. Met //ftp.acme.com/
documenten bijvoorbeeld wordt een verbinding gemaakt met de
FTP-locatie ftp.acme.com en de gescande documenten in de map
documenten geplaatst.
OPMERKING: Eventuele extra mappen die op het scherm
Instellingen bestandsnaam worden gedefinieerd,
worden ook gebruikt bij het maken van gescande
documenten. Zie het gedeelte getiteld "Instellingen
bestandsnaam" eerder in dit hoofdstuk.
3. Als de FTP-locatie via een andere poort dan poort 21 communiceert,
wijzigt u de waarde met de pijltoetsen.
4. U kunt desgewenst Passief selecteren als dit voor de FTP-server is
vereist. Passief wordt vooral gebruikt als de FTP-locatie zich buiten
de firewall bevindt.
5. Als u het adres niet in alfabetische volgorde in de lijst wilt opnemen,
klikt u op Aan lijst toevoegen (alfabetisch) om deze optie uit te
schakelen. Hierdoor wordt het item in chronologische volgorde aan
de lijst toegevoegd.
6. Wanneer u in uw bedrijf proxyservers moet gebruiken, klikt u op de
knop Proxy en gaat u naar de volgende sectie, anders klikt u op OK.
4-25