03 Klimaatregeling
Handmatige klimaatregeling met airconditioning, A/C
Bedieningspaneel
N
O
03
U
1. A/C, Aan/Uit
2. Recirculatie
3. Luchtverdeling
4. Elektrisch verwarmde achterruit en bui-
tenspiegels
5. Elektrisch verwarmde voorstoelen
6. Temperatuur, rechterzijde
7. Temperatuur, linkerzijde
8. Ventilator
Als u het A/C-systeem wilt inschakelen, moet
u de ventilatorknop (8) uit stand 0 draaien.
72
P
T
Gebruik het A/C-systeem ook bij lage tempe-
raturen (0–15 °C) om de inkomende lucht van
vocht te ontdoen.
A/C, Aan/Uit (ON/OFF)
OFF : De airconditioning staat uit.
Bij het activeren van ontwasemingsfunctie
wordt automatisch ook de airconditioning in-
geschakeld (uit te schakelen met de knop AC).
Q
R
S
ON : De airconditioning staat
aan. De airconditioning wordt
automatisch geregeld. De
binnenkomende lucht wordt
dan automatisch afgekoeld
en van vocht ontdaan.
Temperatuur, links/rechts
Draai aan de knop om de
temperatuur van de binnen-
komende lucht te regelen.
Koeling is alleen mogelijk,
wanneer de airconditioning
actief is.
Elektrisch verwarmde voorstoelen
Doe het volgende, als u
extra verwarming in de voor-
stoel(en) wenst: