WAARSCHUWING
Door bepaalde geluidsbronnen kan het sys-
teem ten onrechte waarschuwingssignalen
afgeven. Voorbeelden van dergelijke ge-
luidsbronnen zijn onder meer claxons, natte
banden op asfaltwegen, luchtdrukremmen
en uitlaten van motorfietsen. Sneeuw en ijs
op de sensoren kunnen ook ten onrechte
aanleiding geven tot waarschuwingssigna-
len.
Activeren/deactiveren
U kunt de parkeerhulp uitschakelen met de
knop op het schakelaarpaneel, waarna de led
in de knop dooft. De parkeerhulp is weer ac-
tief, wanneer u nogmaals op de knop drukt en
de led brandt.
06 Starten en rijden
Parkeerhulp
Sensoren schoonmaken
Sensoren voor parkeerhulp
De sensoren werken alleen naar behoren,
wanneer u ze regelmatig schoonmaakt met
water en autoshampoo.
06
129