De led in de knop licht op en blijft branden,
totdat u de auto met de sleutel of de afstands-
bediening vergrendelt. Er verschijnt een mel-
ding op het display zolang de sleutel in het
contactslot steekt. De volgende keer dat u het
contact aanzet, worden de sensoren weer ge-
activeerd.
WAARSCHUWING
Laat niemand in de auto zitten op het mo-
ment dat de Safelock-functie geactiveerd
is.
Handbediend kinderslot,
achterportieren
Bedieningscilinder kinderslot, linker
achterportier
De bedieningscilinders van de kindersloten
vindt u achter op de korte kant van de achter-
portieren, zodat ze alleen bereikbaar zijn wan-
neer de portieren openstaan. Gebruik een plat
metalen voorwerp zoals een schroeven-
draaier om de bedieningscilinders te ver-
draaien en zo de kindersloten in of uit te scha-
kelen.
05 Sloten en alarm
Kinderslot
Bedieningscilinder kinderslot, rechter
achterportier.
A. Ingeschakeld kinderslot – de achterportie-
ren kunnen niet van de binnenzijde worden
geopend (naar buiten toe draaien).
B. Uitgeschakeld kinderslot – de achterportie-
ren kunnen wel van de binnenzijde worden ge-
opend (naar binnen toe draaien).
WAARSCHUWING
Let erop dat de achterpassagiers bij een
ongeluk de achterportieren niet van de bin-
nenzijde kunnen openen, als u het kinder-
slot hebt geactiveerd.
Houd de vergrendelingsknoppen van de
portieren daarom omhoog tijdens het rijden.
Bij een ongeluk kunnen hulpverleners de
portieren dan van de buitenzijde openen.
05
103