Doorwaaddiepte
U kunt met de auto door waterpartijen van
maximaal 25 cm diep rijden met een maxi-
mumsnelheid van 10 km/h. Wees extra voor-
zichtig bij het doorwaden van stromend water.
BELANGRIJK
Er kan schade aan de motor ontstaan, als er
water in het luchtfilter dringt.
Bij diepere waterpartijen kan er water in de
transmissie dringen. De smerende eigen-
schappen van de oliën nemen daarbij af,
waardoor de genoemde systemen minder
lang meegaan.
Houd een lage snelheid aan tijdens het waden
en breng de auto niet in het water tot stilstand.
Trap na het oversteken van de waterpartij
lichtjes op het rempedaal om te controleren of
de remwerking in orde is. Bij water en vuil op
de remblokken kunnen er vertragingen in de
remwerking optreden.
N.B.
Maak de aansluitingen voor de elektrische
motorverwarming en de aanhangerkoppe-
ling schoon na ritten in water en modder.
.
BELANGRIJK
Laat de auto niet langdurig in water staan
dat tot boven de dorpelbalken komt om
elektrische storingen te voorkomen.
Probeer de motor na afslag in een waterpar-
tij niet opnieuw te starten. Sleep de auto uit
de waterpartij.
06 Starten en rijden
Algemene informatie
Accu niet overmatig belasten
De elektrische functies van de auto belasten
de accu in verschillende mate. Laat de con-
tactsleutel niet te lang achtereen in stand II
staan, als u de motor hebt afgezet. Gebruik
liever stand I . Op die manier wordt er minder
stroom afgenomen. De 12V-aansluiting in de
kofferbak levert ook spanning als u de con-
tactsleutel hebt uitgenomen.
Voorbeelden van onderdelen/systemen die
veel stroom afnemen zijn:
• interieurventilator
• ruitenwissers
• audiosysteem
• stadslichten.
Let er tevens op dat de verschillende acces-
soires het elektrische systeem belasten. Maak
daarom geen gebruik van functies die veel
stroom afnemen, wanneer u de motor hebt af-
gezet.
Als de accuspanning laag is, verschijnt er een
melding op het display. De melding blijft op
het display staan, totdat de motor is aangesla-
gen.
De energiebesparingsfunctie schakelt bepaal-
de onderdelen/systemen uit of verlaagt de be-
lasting van de accu door bijvoorbeeld de inte-
rieurventilator lager te zetten en de geluidsin-
stallatie uit te schakelen.
U laadt de accu op door de motor te starten.
06
111