Download Print deze pagina

Volvo S60 2006 Instructieboekje pagina 117

Advertenties

06 Starten en rijden
Motor starten
Roetfilter dieselmotor (DPF)
Dieselmodellen zijn uitgerust met een roetfil-
ter, waardoor een nog efficiëntere uitlaatgas-
reiniging mogelijk is. Onder normale rijom-
standigheden blijven de roetdeeltjes uit de uit-
laatgassen in het filter achter. Om de roetdeel-
tjes te verbranden en het filter te legen wordt
een zogeheten regeneratie gestart. Daarvoor
moet de motor de normale bedrijfstempera-
tuur hebben bereikt.
Afhankelijk van de rijomstandigheden wordt
het filter om de 300–900 kilometer geregene-
reerd. De regeneratie duurt normaal 10 tot
20 minuten. Gedurende deze tijd kan het
brandstofverbruik ietwat stijgen.
Regeneratie bij koud weer
Als u bij koud weer vaak korte afstanden rijdt,
bereikt de motor de normale bedrijfstempera-
06
tuur niet. Dit betekent dat het roetfilter niet ge-
regenereerd en niet geleegd wordt.
Wanneer het filter voor ca. 80 % met roetdeel-
tjes gevuld is, licht een oranje gevarendrie-
hoek op het instrumentenpaneel op en ver-
schijnt de melding
ROETFILTER VOL ZIE
HANDLEIDING
op het display van het instru-
mentenpaneel.
U start de regeneratie van het filter door met
de auto op een secundaire weg of op een
snelweg te rijden totdat de motor voldoende
116
op temperatuur is gekomen. Daarna rijdt u
nog ca. 20 minuten verder. Tijdens de regene-
ratie levert de motor van de auto iets minder
vermogen.
Na afloop van de regeneratie verdwijnt de
waarschuwingsmelding automatisch.
Wanneer u bij koud weer de standverwarming
(optie) inschakelt, bereikt de motor sneller de
normale bedrijfstemperatuur.
BELANGRIJK
Als het filter helemaal met deeltjes gevuld
is, kan het onbruikbaar worden. De motor
start dan moeilijk en de kans bestaat dat het
filter moet worden vervangen.
Contactsleutels en elektronische
startblokkering
Laat de contactsleutel nooit samen met ande-
re sleutels of metalen voorwerpen aan dezelf-
de sleutelbos hangen. Als u dat wel doet, kan
de elektronische startblokkering per ongeluk
worden geactiveerd. Als dat gebeurt, moet u
de andere sleutels van de sleutelbos halen en
de motor opnieuw starten.
Laat de motor meteen na een koude start
nooit op te hoge toeren draaien! Neem con-
tact op met een Volvo-werkplaats, als de mo-
tor niet aanslaat of overslaat.
WAARSCHUWING
Neem de contactsleutel nooit tijdens het rij-
den of slepen uit het contactslot! Schakel
nooit tijdens het rijden het contact uit (sleu-
tel in stand 0) en neem de contactsleutel
evenmin uit het contactslot. U loopt dan het
gevaar dat het stuurslot wordt geactiveerd,
waarbij de auto onbestuurbaar wordt.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

S60 r 2006