Aanbevolen bandenspanning
Op de sticker voor op de portierstijl aan de be-
stuurderszijde (tussen voor- en achterportier)
staat de juiste bandenspanning voor uw auto
aangegeven bij verschillende belading en
snelheid.
Op de sticker staan:
• Bandenspanning bij gebruik van de aanbe-
volen bandenmaat
• ECO-bandenspanning
• Bandenspanning compact reservewiel
(Temporary Spare)
Bandenspanning controleren
Controleer regelmatig de bandenspanning.
N.B.
Het is een natuurlijk gegeven dat de ban-
denspanning na verloop van tijd afneemt.
De bandenspanning varieert ook naarge-
lang van de omgevingstemperatuur.
Zie de bandenspanningstabel op pagina 158
voor de juiste bandenspanning. De aangege-
ven bandenspanning geldt bij koude banden
(kan verschillen naargelang van de buitentem-
peratuur).
Al na enkele kilometers rijden worden de ban-
den warm en loopt de spanning op. Laat daar-
om geen lucht uit de banden ontsnappen als u
de spanning controleert bij warme banden. Als
de spanning bij warme banden echter te laag
is, moet u de band harder oppompen.
Onvoldoende opgepompte banden hebben
een negatieve inwerking op het brandstofver-
bruik, de levensduur van de banden en de
rijeigenschappen van de auto. Wanneer u met
een te lage bandenspanning rijdt, kunnen de
banden oververhit raken en kapotgaan. Zie de
bandenspanningstabel voor meer informatie
over de juiste bandenspanning.
07 Wielen en banden
Bandenspanning
Brandstofbesparing, ECO-
bandenspanning
Om het brandstofverbruik zo laag mogelijk te
houden wordt geadviseerd de aangegeven
bandenspanning bij maximale belading aan te
houden bij snelheden tot 160 km/h.
De bandenspanning is van invloed op het rij-
comfort, de stuureigenschappen en de gepro-
duceerde weggeluiden.
07
157