02 Instrumenten, schakelaars en bediening
Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels
Buitenspiegels
02
De knoppen waarmee u de twee buitenspie-
gels bedient, vindt u voor op de armleuning
van het bestuurdersportier.
– Druk op knop L voor de buitenspiegel
links of op R voor de buitenspiegel rechts.
Het lampje in de knop brandt.
– U kunt de stand afstellen met het hendel-
tje in het midden.
– Druk nogmaals op knop L of R. Het lampje
dooft.
WAARSCHUWING
Stel de spiegels af, voordat u gaat rijden!
64
Buitenspiegels met geheugen (optie)
Als de auto is uitgerust met buitenspiegels
met geheugen, werkt het geheugen syn-
chroon met dat van de bestuurdersstoel (zie
pagina 83).
WAARSCHUWING
De spiegel aan de bestuurderszijde is
groothoekig voor optimaal zicht. Voorwer-
pen kunnen verder weg lijken dan ze in wer-
kelijkheid zijn.
Geheugenfunctie van
afstandsbediening
Wanneer u de auto met een van de afstands-
bedieningen ontgrendelt en de instelling van
de buitenspiegels wijzigt, wordt de nieuwe po-
sitie van de spiegels in de afstandsbediening
opgeslagen. De volgende keer dat u de auto
ontgrendelt met dezelfde afstandsbediening
en het bestuurdersportier binnen vijf minuten
na ontgrendeling opent, gaan de buitenspie-
gels in de opgeslagen positie staan.
Gelaagde zijruiten (optie)
De ruiten van gelaagd glas in de voor- en ach-
terportieren zorgen voor een verbeterde ge-
luidsisolatie van de passagiersruimte en leve-
ren een verhoogde bescherming tegen in-
braak op.
Water- en vuilafstotende laag (optie)
De voorste zijruiten en/of de buitenspiegels
zijn voorzien van een speciale laag die bij re-
gen voor een beter zicht zorgen.
Zijruiten en buitenspiegels
met de speciale water- en
vuilafstotende laag zijn voor-
zien van een klein symbool.
Zie pagina 169 voor infor-
matie over het onderhoud
van dergelijke zijruiten en
spiegels.
Buitenspiegels
In bepaalde weersomstandigheden werkt de
vuilafstotende laag beter, als u de elektrische
verwarming van de buitenspiegels inschakelt
(zie pagina 73 of 75).
Verwarm de buitenspiegels:
• als er sneeuw of ijs op de spiegels zit;
• bij hevige regenval of vieze wegen;
• bij beslagen spiegels.
N.B.
Gebruik geen ijskrabber om de spiegels van
ijs te ontdoen, omdat er daarbij krassen op
het glas kunnen ontstaan en de water- en
vuilafstotende laag beschadigd kan raken.