Waarborgen van de functionele veiligheid
4.8 Service en onderhoud
Controle van de rem
Opmerking
Werd de veilige rem volgens de in deze handleiding uitgevoerde voorschriften gebruikt, dan is
een vereenvoudigd(e) controle/onderhoud bij gemonteerde rem toegelaten.
Na de demontage van de rem valt de uitgebreide controle/het uitgebreide onderhoud weg.
Tabel 4-4
Controle van de rem
Vereenvoudigd(e) controle/onderhoud
bij gemonteerde rem
Uitgebreide controle/uitgebreid onder‐
houd na demontage van de rem
4.8.5
Luchtspleet en functie controleren
Onbedoeld starten van het aandrijfaggregaat
Schakel het aandrijfaggregaat spanningsloos.
De rem moet zonder draaimoment zijn.
Aandrijfaggregaat tegen onopzettelijke opstart beveiligen.
Waarschuwingsbord op het inschakelpunt aanbrengen.
40
Luchtspleet controleren (OPGELET: als
de luchtspleet moet worden bijgeregeld,
is de uitgebreide controle / het uitgebrei‐
de onderhoud noodzakelijk)
Luchtfunctie en aansturing controleren
Luchtspleet bijstellen
Rotordikte controleren
Speling van de rotorvertanding contro‐
leren, uitgeslagen rotoren vervangen
Uitslaan van de draaimomentondersteu‐
ning op geleidingsdelen en ankerringen
Veren op beschadiging controleren
Ankerring en flens of contrafrictievlak‐
ken controleren
- Thermische beschadiging (donker‐
blauw aanlopen)
- Effenheid volgens bouwgrootte
Max. inloopdiepte = Nominale lucht‐
spleet volgens bouwgrootte
WAARSCHUWING
Zie werkinstructies Luchtspleet en func‐
tie controleren (Pagina 40)
Zie werkinstructies Luchtspleet bijstel‐
len (Pagina 42)
Zie werkinstructies Frictievoering con‐
troleren en rotor vervangen (Pagina 44)
Bedieningshandleiding, 01/2024, A5E53509515A/RS-AA
SIMOGEAR Veilige rem