WAARSCHUWING:
Om veiligheidsredenen mag het satellietreferentiestation nooit worden verplaatst na
het programmeren van de virtuele grenzen, transferroutes en te vermijden gebieden.
De robotmaaier zou het geprogrammeerde werkgebied kunnen verlaten. Als het
satellietreferentiestation verplaatst wordt, moet het opnieuw geprogrammeerd
worden.
WAARSCHUWING:
Raak het maaimechanisme niet aan tijdens het afstellen van de maaihoogte.
WAARSCHUWING:
Voor zijn eigen veiligheid en om schade aan mensen, dieren of dingen te voorkomen,
moet de bestuurder eerst het gebied kennen waarin de robotmaaier handmatig geleid
wordt (bijvoorbeeld tijdens de installatiefase). Loop tijdens het besturen van de robot
voorzichtig om te voorkomen dat u valt.
WAARSCHUWING:
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
WAARSCHUWING:
Breng geen wijzigingen aan, knoei niet, omzeil de geïnstalleerde
veiligheidsvoorzieningen niet en verwijder ze niet.
LET OP:
Controleer of er geen speelgoed, gereedschap, takken, kleding of andere voorwerpen
op het gazon zijn die de apparatuur kunnen beschadigen.
VERBOD:
Ga niet op de grasmaaier zitten.
VERBOD:
Til de robotmaaier nooit op om het mes te inspecteren of om het te verplaatsen als hij
in werking is. Plaats uw handen en voeten niet onder de apparatuur.
VERBOD:
Gebruik de robotmaaier niet als er een sproeier draait.
VERBOD:
Was de robotmaaier niet met waterstralen onder hoge druk en dompel hem niet
geheel of gedeeltelijk onder in water.
VERBOD:
Gebruik de robotmaaier niet als deze niet volledig intact is in al zijn onderdelen.
Vervang bij beschadiging de betreffende onderdelen.
VERBOD:
Het is absoluut verboden de robotmaaier op te laden of te gebruiken in explosieve of
ontvlambare omgevingen.
VERPLICHTING:
Controleer de robotmaaier regelmatig visueel om u ervan te verzekeren dat de
messen en het snijmechanisme niet versleten of beschadigd zijn. Zorg ervoor dat de
robotmaaier in goede staat verkeert.
NL
5
2. VEILIGHEID