Procedure bij de eerste start van het product:
1. Zet de robotmaaier zo neer dat hij minimaal 3 meter vooruit kan rijden zonder obstakels tegen te komen.
2. Start de initialisatie zoals gevraagd door de app en wacht tot de procedure voltooid is. De robotmaaier
beweegt vooruit door drie stappen van ongeveer 1 m te nemen.
Procedure bij handmatig inschakelen of verplaatsen van de robotmaaier:
1. Plaats de robotmaaier binnen een geprogrammeerd gebied, zodat hij minimaal 3 m vooruit kan rijden
terwijl hij binnen de virtuele grens blijft zonder obstakels tegen te komen.
2. Start de initialisatie zoals gevraagd door de app en wacht tot de procedure voltooid is. De robotmaaier
zal vooruit bewegen door drie stappen van ongeveer 1 m te nemen.
4.7.9. PROGRAMMERING VAN VIRTUELE GRENZEN, TRANSFERROUTES EN TE VERMIJDEN
GEBIEDEN
Voordat u verder gaat met programmeren, moet u ervoor zorgen dat u de volgende stappen hebt voltooid:
apparaatassociatie (Par. 4.7.3), configuratie van de oplaadbasis (Par. 4.7.5), kalibratie van de oplaadbasis
(Par. 4.7.6), initialisatie van de robotmaaier (Par. 4.7.7).
Het programmeren van de virtuele grenzen van de verschillende zones en gesloten gebieden,
transferroutes en vermijdingszones gebeurt via de respectievelijke wizards in de STIGA.GO App. De
procedures vereisen dat u de robotmaaier handmatig bestuurt door ernaast te lopen.
De robot kan in twee modi worden aangedreven:
• Via virtuele joystick in app.
• Met behulp van het accessoire Trolley cod: 1127-0021-01.
Hieronder staan de meest relevante stappen:
1. Volg de opstartprocedure van de robot in APP en kies tussen de opties joystick en trolley.
2. Rijd de robotmaaier met de virtuele joystick of trolley naar het punt waar je wilt beginnen met program-
meren.
3. Begin met de registratie van grenzen of virtuele paden door op de juiste knop te drukken.
4. Rijd de robotmaaier met een virtuele joystick of trolley rond de omtrek of het pad dat moet worden
geprogrammeerd. Het beginpunt en het eindpunt van de virtuele perimeter moeten samenvallen. Het
is ook mogelijk om de perimeter of virtuele routes op te nemen via de point-to-point methode. In dit
geval registreert de robot de omtrek of het pad als een reeks rechte lijnen tussen de door de gebruiker
geselecteerde punten.
WAARSCHUWING:
Respecteer de minimumafstanden tot obstakels en de aanduidingen
aangegeven in Par. 4.4
5. Bevestig de registratie.
OPMERKING: aan het einde van de programmering van de virtuele grenzen, volgt de
robotmaaier de volledige virtuele perimeter om te controleren of de programmering correct is
uitgevoerd. Deze stap is noodzakelijk om veiligheidsredenen en kan niet vermeden worden.
U kunt pas verder gaan als de robotmaaier naar het startpunt van de virtuele perimeter
teruggekeerd is.
OPMERKING: om verschillende delen van de tuin op een andere manier te beheren, is het
mogelijk om meerdere virtuele zones te programmeren.
OPMERKING: Virtuele grenzen moeten worden geprogrammeerd voordat transferroutes en Te
vermijden gebieden geprogrammeerd worden.
NL
4. INSTALLATIE
41