5.6.
AFSTELLING MAAIHOOGTE
De procedure "AFSTELLING MAAIHOOGTE" beschrijft hoe de afstelling van de maaimessen uitgevoerd
moet worden.
• De lengte X van het gras dat door de robotmaaier gemaaid wordt, mag niet langer zijn dan 10 mm.
• Het werkbereik van de robotmaaier is 20-60 mm (maaihoogte).
• De beginhoogte van het gras Y mag daarom maximaal 70 mm zijn.
Bereid de tuin bij de eerste installatie of aan het begin van het maaiseizoen, indien nodig, voor met een
traditionele grasmaaier om de oorspronkelijke hoogte van het gras op een geschikte waarde te brengen.
OPMERKING: als u het gras meer dan 10 mm wilt maaien, past u de maaihoogte zo aan dat het
deel van het gemaaide gras 10 mm is. Verlaag de maaihoogte pas verder nadat de tuin gelijkmatig is
gemaaid.
Procedure:
1. Volg de begeleide procedure in de APP om de maaihoogte aan te passen.
WAARSCHUWING:
Raak het maaimechanisme niet aan tijdens het afstellen van de maaihoogte.
LET OP:
Om de correcte werking van het meshoogteverstellingssysteem te garanderen,
dient u ervoor te zorgen dat er zich geen gras- of vuilresten ophopen in de buurt
van de messen en de beschermbalg van de mesmotor.
OPMERKING: Het instelsysteem voor de bladhoogte vereist een eerste kalibratie en periodieke
kalibraties die automatisch worden uitgevoerd. Kalibratie kan ook handmatig worden
uitgevoerd via het speciale menu in de App.
5.6.1. AUTOMATISCHE AFSTELLING VAN DE MAAIHOOGTE (INDIEN BESCHIKBAAR)
Door de automatische aanpassing van de maaihoogte wordt de hoogte van de messen automatisch
verhoogd en verlaagd op basis van de gemeten door de mesmotor inspanning. Bij overmatige inspanning
verhoogt de robotmaaier automatisch de maaihoogte. In de volgende maaicycli wordt de maaihoogte
geleidelijk verlaagd om de ingestelde waarde te bereiken.
Procedure:
1. Activeer de functie via het gedeelte "instellingen" van de app.
58
5. WERKING
X
Y
NL