LET OP:
De voedingskabel (B), de voedingseenheid, de verlengkabel en alle andere
elektrische kabels die niet bij het product horen, moeten buiten het maaigebied
blijven om ze uit de buurt van gevaarlijke bewegende delen te houden en om
schade aan de kabels te voorkomen waardoor ze in contact kunnen komen met
onder spanning staande onderdelen.
• De terugkeer naar de basis van de robotmaaier vindt plaats via een virtueel retourpad, dat een
manoeuvreerzone omvat die zich 1 m rechts en 1 m links van het geregistreerde pad (A) uitstrekt
en zich 50 cm achter het laadstation (B) uitstrekt. De volgende minimumafstanden tussen het
manoeuvreergebied en de verschillende tuinelementen moeten in acht worden genomen:
- 30 cm van obstakels begrensd door virtuele perimeters of zones zonder insnijdingen (C);
- 30 cm van vaste, onbegrensde obstakels of doorlopende structurele elementen (D);
- 1m van openbare wegen (E);
- 1m van zwembaden (F);
- 1m van voetpaden (G);
- 1m van kliffen of steile hellingen (H).
D
C
18
4. INSTALLATIE
B
A
E
F
B
G
A
H
NL