Inspectie / onderhoud
6
Oliepeil controleren
6.3
Oliepeil controleren
22
STOP
•
Synthetische smeermiddelen niet onderling en niet met minerale smeermiddelen
mengen!
•
De positie van de oliepeil- en olieaftapschroeven en het ontluchtingsventiel is
afhankelijk van de uitvoering. U vindt de posities in de ruimtelijke posities.
GEVAAR!
Gevaar voor beknelling door onbedoeld aanlopen van de aandrijving.
Dood of zwaar letsel.
•
Maak voordat u met de werkzaamheden begint de motorreductor spanningsloos en
zorg ervoor dat deze niet onbedoeld weer kan worden ingeschakeld!
WAARSCHUWING!
Verbrandingsgevaar door hete tandwielkast en hete olie in de tandwielkast.
Zeer zwaar letsel.
•
Voor de werkzaamheden de tandwielkast laten afkoelen!
1. Bij haakse tandwielkasten met oliepeilglas:
•
Controleer het juiste oliepeil (= midden tussen de markering Min. / Max.) door
visuele controle en corrigeer eventueel de hoeveelheid (zie volgende afbeelding).
•
Als u voor het eerst olie vult moet u 15 minuten wachten en het oliepeil nogmaals
controleren (niveaunivellering tussen de binnenkant van de tandwielkast en het
oliepeilglas)
2. Bij haakse tandwielkasten met oliepeilstok (optioneel):
•
Schroef de oliepeilstok los en trek deze eruit.
•
Maak de oliepeilstok schoon en draai deze weer handvast tot aan de aanslag in
de haakse tandwielkast.
•
Draai de oliepeilstok eruit en controleer de vulhoogte. Eventueel corrigeren
(= midden tussen de markering Min. / Max.):
Oliepeilglas
[1]
[1] de oliestand dient binnen deze grenzen te liggen
Oliepeilstok
[1]
Technische handleiding – Serie X.. Elevatoraandrijvingen
Oliekijkglas
[1]