STARTEN EN RIJDEN
GEVAAR
P l a a t s g e e n v o o r w e r p e n a a n d e
binnenkant van het scherm (tussen het
s t u u r e n h e t d a s h b o a r d ) , o m d e
draaibewegingen van het stuur en het
z i c h t o p h e t d a s h b o a r d n i e t t e
verhinderen.
BELANGRIJK
Lees voor het vertrek
zorgvuldig het hoofdstuk "veilig rijden"
door, zie pag. 5 (VEILIG RIJDEN).
GEVAAR
Elke verwijzing naar het gebruik van de
m o t o r f i e t s m e t p a s s a g i e r h e e f t
uitsluitend betrekking op landen waar
het rijden met passagier is toegestaan.
Wanneer u zonder passagier rijdt,
m o e t e n d e v o e t s t e u n e n v a n d e
passagier ingeklapt zijn.
Houd tijdens het rijden uw handen
stevig op het stuur en uw voeten op de
voetsteunen.
NEEM NOOIT EEN ANDERE HOUDING
AAN TIJDENS HET RIJDEN.
Als u een passagier vervoert, dient u
deze over het rijden in te lichten, zodat
hij geen problemen veroorzaakt tijdens
uw bewegingen.
38
gebruik en onderhoud RS 50
Vertrekken:
u
Zet de achteruitkijkspiegeltjes goed.
GEVAAR
Tracht uzelf vertrouwd te maken met het
gebruik van de achteruitkijkspiegels
met de motorfiets in rusttoestand. De
s p i e g e l
i s
c o n v e x ,
voorwerpen verder weg lijken dan ze in
werkelijkheid zijn. De spiegels geven
een "breedhoekbeeld" en enkel door
e r v a r i n g k a n u d e a f s t a n d t o t
achteropkomende voertuigen correct
inschatten.
u
Rijd de eerste kilometers met gematigde
snelheid, zodat de motor kan opwarmen.
w a a r d o o r
u
Laat de gashendel (1) los (Pos.A) en
t r e k
b i j
koppelingshendel (2) volledig aan.
u
Het voertuig in de 1e versnelling zetten:
versnellingshendel (3) naar onder.
u
Laat de remhendel los (aangetrokken
tijdens het starten).
Bij het vertrek kan het abrupt loslaten
van de koppelingshendel ertoe leiden
dat de motor stilvalt of dat de motorfiets
gaat schokken.
Nooit plots of te sterk versnellen
wanneer u de koppelingshendel loslaat,
om te voorkomen dat de koppeling gaat
"slippen" (trage ontkoppeling) of dat
h e t v o o r w i e l v a n d e g r o n d k o m t
"steigeren" (snelle ontkoppeling).
s t a t i o n a i r e
m o t o r
d e
GEVAAR