OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Wanneer u dit ziet:
Groen scherpstelkader
Groene bedrijfsindicator
Rood scherpstelkader
Groene bedrijfsindicator knippert
3.
Druk de sluiterontspanningstoets nu geheel
in om het beeld op te nemen.
I Specificeren van het bereik van autofocus
U kunt de volgende procedure gebruiken om het
autofocusbereik te veranderen tijdens de autofocusfunctie
en de macrofunctie. Merk op dat de configuratie van het
scherpstelkader verandert in overeenstemming met het
door u geselecteerde autofocusbereik.
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer "AF Area" (autofocusbereik) op de
"REC" tab en druk vervolgens op [ ].
3.
Selecteer het gewenste autofocusbereik en
druk vervolgens op [SET].
Dat betekent dit:
Er is scherpgesteld op
het beeld.
Er is niet scherpgesteld
op het beeld.
60
Voor dit type autofocusbereik:
Bijzonder beperkt bereik in het midden
van het scherm.
• De instellingen werken goed met
scherpstelvergrendeling (pagina 64).
Automatische keuze van het
scherpstelbereik waar het onderwerp zich
het dichtst bij de camera bevindt.
• Bij deze stand verschijnt er op het
beeldscherm eerst een scherpstelkader
met zeven scherpstelpunten. Wanneer u
de sluiterontspanningstoets halverwege
indrukt, kiest de camera automatisch het
scherpstelpunt waar het onderwerp zich
het dichtst bij de camera bevindt en op
dat punt verschijnt ook een
scherpstelkader.
• Deze instelling werkt goed voor het
maken van groepfoto's.
• Spot (puntmeten)
Scherpstelkader
Selecteer deze
instelling:
Spot
(puntmeten)
Multi
(multipatroon
meting)
• Multi (multipatroon meting)
Scherpstelkader