OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Dit hoofdstuk beschrijft de andere indrukwekkende
kenmerken en functies die beschikbaar staan voor het
opnemen.
Selecteren van de scherpstelfunctie
U kunt vier verschillende scherpstelfuncties selecteren:
Auto Focus (autofocus = automatisch scherpstellen), Macro
(groothoek), Pan Focus (panfocus), Infinity (oneindig) en
Manual (handmatig).
1.
Druk [ ] (
) in tijdens
de opnamefunctie (REC).
• Telkens bij indrukken van [ ]
(
) wordt naar de
volgende instelling van de
scherpstelfunctie doorgegaan
in een oneindige lus zoals
hieronder aangegeven.
Geen indicator
(autofocus)
Macro (groothoek)
PF Pan Focus (panfocus)
Infinity (oneindig)
MF Manual (handmatig)
[ ] (
)
MENU
SET
DISP
Scherpstelfunctie indicator
Gebruik van autofocus
In het Engels betekent het woord "focus" scherpstellen, dus
Auto Focus betekent automatisch scherpstellen - we zullen
in deze gebruiksaanwijzing echter de technische term
'autofocus' aanhouden. Werking van autofocus begint
wanneer u de sluiterontspanningstoets halverwege indrukt.
Het bereik van autofocus is als volgt.
Bereik: Ca. 40cm – ∞
1.
Houd [ ] (
focusindicator uit de display is verdwenen.
2.
Voer compositie van
het beeld zodanig uit
dat hoofdonderwerp
zich binnen het
scherpstelkader
bevindt en druk
vervolgens de
sluiterontspanningstoets
halverwege in.
• U kunt controleren of op
het beeld scherpgesteld is
door het scherpstelkader
en de groene
bedrijfsindicator te
bekijken.
59
) ingedrukt totdat de
Scherpstelkader
Groene bedrijfsindicator
99 99
1600
1600
1200
1200
NORMAL
NORMAL
IN
1 / 1000
1 / 1000
F2.6
F2.6
03 03/12 12/24 24
12 12 : 58 58