Het BLUETOOTH-toestel instellen
Selecteer een van de 3 aangesloten BLUETOOTH-compatibele
toestellen die u eerder registreerde.
Instelitem: PAIRED DEV
1
Draai aan de draaiknop om het BLUETOOTH-compatibel
toestel te selecteren dat u wilt gebruiken (u wilt de
aansluiting veranderen) en druk vervolgens op
ENTER.
2
Draai aan de draaiknop om "CONNECT" te selecteren om
het geselecteerde toestel aan te sluiten.
Het aangesloten toestel wordt gemarkeerd met "l". Selecteer
"DISCONNECT" om dit toestel los te koppelen. Selecteer "CLEAR"
als u het toestel uit de lijst met toestellen wilt wissen.
Opmerkingen
• Als de verbinding met succes is gewijzigd, wordt "CONNECTED"
gedurende 2 seconden weergegeven en licht de -indicator op, waarna
het scherm terugkeert naar het SETUP-scherm.
• Als de 3 posities zijn geregistreerd, kunt u geen 4e apparaat registreren.
Om een ander apparaat te registreren, dient u eerst een van de
apparaten te verwijderen op positie 1 tot 3.
De zichtbaarheidsmodus instellen
U kunt instellen of dit toestel al dan niet kan worden herkend door een
apparaat dat BLUETOOTH ondersteunt. Zet dit standaard op VISI M
ON.
Instelitem: VISIBLE M
Instelmogelijkheden:
VISI M ON (standaardinstelling) / VISI M OFF
VISI M ON:
Activeert herkenning van dit toestel door een apparaat dat
BLUETOOTH ondersteunt.
VISI M OFF:
Deactiveert herkenning van dit toestel door een apparaat dat
BLUETOOTH ondersteunt.
Een BLUETOOTH-apparaat koppelen via
het toestel
Als uw BLUETOOTH-toestel niet meteen begint te koppelen, kan de
hoofdeenheid een zoekopdracht uitvoeren. Bij deze zoekopdracht wordt
gezocht naar gekoppelde of niet gekoppelde apparaten.
Instelitem: SEARCH DEV
1
Wanneer SEARCH DEV is geselecteerd en "SEARCHING"
wordt weergegeven, wordt de zoekopdracht gestart.
Opmerking
• U kunt de opdracht "SEARCHING" stoppen door te drukken op .
2
Draai aan de draaiknop om de naam van het aan te
sluiten apparaat te selecteren in de apparaatzoeklijst en
druk vervolgens op ENTER.
28
-NL
3
Als dit toestel correct is aangesloten op een apparaat dat
BLUETOOTH ondersteunt, wordt "CONNECTED"
weergegeven, waarna het toestel naar de normale modus
terugkeert.
Afhankelijk van de mobiele telefoon kan het nodig zijn een
wachtwoord in te voeren. In dit geval wordt "CODE 0000"
weergegeven. Voer het wachtwoord "0000" in op het apparaat
dat ondersteuning biedt voor BLUETOOTH om de koppeling tot
stand te brengen. Wanneer de koppeling is voltooid, maakt het
toestel automatisch verbinding met het apparaat dat
ondersteuning biedt voor BLUETOOTH. Als u het verkeerde
wachtwoord hebt ingegeven of als de communicatie mislukt,
dan wordt "FAILED" weergegeven.
De BLUETOOTH-geluidskwaliteit instellen
Wijzig deze instellingen om de kwaliteit van de uitgaande of ontvangen
oproepen te verbeteren.
Instelitem: CALL SOUND
Andere instelitems: VOL LV ADJ / AUTO SET
Het volume regelen (VOL LV ADJ)
U kunt het volumeniveau van het telefoongesprek, de beltoon en de
microfooningang versterken of verzwakken zodat dit aan uw eigen
voorkeuren voldoet.
Instelmogelijkheden:
PHONE TALK:
-5 dB ~ +5 dB
RING TONE:
-5 dB ~ +5 dB
MIC GAIN:
-5 dB ~ +5 dB
Automatische geluidsinstelling (AUTO SET)
Afhankelijk van de belomgeving kiest u de onderstaande instelling die
de beste geluidskwaliteit biedt.
Instelmogelijkheden:
TYPE1 (standaardinstelling) / TYPE2 / TYPE3 / TYPE4 / TYPE5
TYPE1:
Standaardmodus (aanbevolen)
TYPE2:
Versterkt de ruisonderdrukking
TYPE3:
Versterkt de echo-onderdrukking
TYPE4:
Versterkt zowel ruisonderdrukking als echo-onderdrukking
TYPE5:
Verzwakt zowel ruisonderdrukking als echo-onderdrukking
Opmerking
• De onderstaande functies zijn ontworpen ter verbetering van de
geluidskwaliteit van de uitgaande oproep.
Ruisonderdrukking: deze functie kan het lawaai van de weg
onderdrukken, maar een overmatige verbetering kan de
geluidskwaliteit van de oproep aantasten.
Echo-onderdrukking: deze functie kan echo's onderdrukken, maar een
overmatige verbetering kan de geluidskwaliteit van de oproep
aantasten.