10-2. Positie van de lastoorts
4
°
10−25
3
2
°
90
1
°
10−15
5
6
5
6
1/16 in
3/16 in
Onderaanzicht
Y Het slijpen van de wolfraam
electroden veroorzaakt stof
en vonken die verwonding
en brand kunnen veroorza-
ken. Voorzie voldoende ven-
tilatie (afzuiging) van de
slijpmachine of draag een
goedgekeurd zuurstofmas-
ker. Cerium of Lanthaan
gelegeerde wolfraam elec-
troden in overweging nemen
in plaats van gethorieerd
wolfraam.
4
geerde electroden bevatten
licht radioaktieve stoffen.
Het slijpstof op een milieu-
vriendelijke manier verwer-
ken. Draag de nodige ge-
zichts−, hand− en lichaams-
bescherming. Hou brandba-
re stoffen uit de buurt.
1
Werkstuk
Het werkstuk zuiver maken voor-
aleer te lassen.
2
Massaklem
Zo dicht mogelijk bij de las plaatsen.
3
Toorts
4
Toevoegdraad
5
Gasbuis
6
Wolraamelectrode
De Wolraamelectrode kiezen en
aanslijpen volgens Secties 9-1 en
9-3.
Richtlijnen:
De binnendiameter van de gasbuis
moet minstens driemaal groter zijn
dan de electrodediameter om vol-
doende gasbescherming te geven.
Elektrode uitsteeklengte is de
lengte die de elektrode buiten de
gascup uitsteekt.
De Wolfraamelectrode mag niet
meer uitsteken in lengte dan de
grootte van de binnendiameter van
de gasbuis.
De booglengte is de afstand tussen
de electrode en het werkstuk.
Thorium
gele-
Ref. ST-161 892
OM-2240 Pagina 59