4-14. Geheugen (locaties 1-4 voor programmaopslag) (DX- en LX-modellen indien aanwezig)
1
1e
2
3e
2e
Geheugenlocaties
1−4
Elke geheugenlocatie (1 t/m 4) kan parameters opslaan voor beide
polariteiten en elke polariteit kan parameters opslaan voor beide
processen (TIG of beklede elektrode) voor in totaal 16 programma's.
.
Bepaalde afgebeelde functies zijn
3
niet op alle modellen aanwezig.
Wissel-
stroom (AC)
en
Gelijk-
stroom (DC)
TIG (HF of Lift)
en
Stick (vuldraad)
TIG (HF of Lift)
en
Stick (vuldraad)
1
Drukschakelaar
voor geheugen (locaties 1-4
voor programmaopslag)
2
Polariteit-schakelaar
3
Proces-schakelaar
Ga
als
volgt
te
werk
een lasparameterprogramma te
creëren, te wijzigen of op te roepen:
Druk
eerst
op
de
Memory-
schakelaar (geheugen) tot de LED
van het gewenste programma (1-4)
brandt.
Druk vervolgens op de Polariteit-
schakelaar tot de LED van de
gewenste polariteit, AC of DC, brandt.
Druk als derde stap op de Proces-
schakelaar tot de LED van het
gewenste proces, TIG HF Impuls,
TIG Lift Arc of Beklede elektrode,
brandt.
Het gekozen programma met de
gewenste polariteit en het gewenste
proces is nu het actieve programma.
Ten vierde: wijzig de gewenste
parameters (zie sectie 4-1 voor de
parameters).
OM-2240 Pagina 27
om