SQEx 05.2 – SQEx 14.2 / SQREx 05.2 – SQREx 14.2 Meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
Inbedrijfname (basisinstellingen)
9.5.
Proefdraaien
9.5.1.
Draairichting controleren
9.5.2.
Wegschakelmechanisme controleren
9.6.
Schakelruimte openen
50
Pas als alle hiervoor beschreven instellingen zijn uitgevoerd mag met proefdraaien
worden begonnen.
1.
Aandrijving handmatig in de tussenstand, resp. op voldoende afstand van de
eindstand, brengen.
2.
Aandrijving in de richting DICHT inschakelen en vervolgens de draairichting
(schijfje mechanische standaanwijzing) observeren.
Voor het bereiken van de eindstand afschakelen.
De draairichting is correct wanneer de aandrijving in de richting DICHT
beweegt en het schijfje van de mechanische standaanwijzing tegen de
wijzers van de klok in draait.
1.
Keuzeschakelaar in de stand Local control (LOKAAL) zetten.
2.
Aandrijving via de drukknoppen OPEN – STOP – DICHT bedienen.
Het wegschakelmechanisme is juist ingesteld als (standaard-signalering):
-
de gele signaallamp/LED1 in de eindstand DICHT brandt
-
de groene signaallamp/LED5 in de eindstand OPEN brandt
-
de signaallampen na een beweging in de tegengestelde richting weer uitgaan
Het wegschakelmechanisme is verkeerd ingesteld als:
-
de aandrijving vóór het bereiken van de eindstand blijft staan
-
één van de rode signaallampen/LEDs brandt (draaimomentfout)
-
de statusweergave S0007 in het display een fout meldt.
3.
Indien de eindstanden verkeerd zijn ingesteld: wegschakelmechanisme opnieuw
instellen.
Voor de hieronder vermelde instellingen (opties) moet de schakelruimte worden
geopend.
ACExC 01.2 Non-intrusive