SQEx 05.2 – SQEx 14.2 / SQREx 05.2 – SQREx 14.2 Meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
Montage
14
Afbeelding 7: Inbouwmaten koppelbus
[1]
Koppelbus
[2]
As van de afsluiter
[3]
Draadeind
[4]
Bout
Tabel 3: Inbouwmaten koppelbus
Type, bouwgrootte - aansluitflens
SQEx/SQREx 05.2-F05
SQEx/SQREx 05.2-F07
SQEx/SQREx 07.2-F07
SQEx/SQREx 07.2-F10
SQEx/SQREx 10.2-F10
SQEx/SQREx 10.2-F12
SQEx/SQREx 12.2-F12
SQEx/SQREx 12.2-F14
SQEx/SQREx 14.2-F14
SQEx/SQREx 14.2-F16
1.
Aandrijving met handwiel tot de mechanische eindaanslag bewegen.
Informatie: Afsluiter en aandrijving in dezelfde eindstand samenbouwen.
-
Bij kleppen: aanbevolen montagepositie eindstand DICHT.
-
Bij kogelkranen: aanbevolen montagepositie eindstand OPEN.
2.
De contactvlakken van de aansluitflenzen zorgvuldig ontvetten.
3.
De as van de afsluiter [2] licht invetten.
4.
Koppelbus [1] op de as van de afsluiter [2] plaatsen en tegen axiaal verschuiven
met draadeind, borgring of bout borgen. Daarbij maten X, Y resp. Z aanhouden
(zie afbeelding en tabel <Inbouwmaten koppelbus>).
5.
Vertanding op de koppelbus goed invetten met zuurvrij vet.
6.
Zwenkaandrijving plaatsen.
Informatie: Let daarbij op de centrering (indien aanwezig) en zorg ervoor dat
de flenzen geheel aanliggen.
7.
Indien de flensgaten niet met de schroefdraad gelijk liggen:
7.1 handwiel iets draaien totdat de boorgaten in één lijn liggen.
7.2 Indien nodig de aandrijving op de koppelbus één tand verstellen.
ACExC 01.2 Non-intrusive
X max [mm]
Y max [mm]
3
2
3
2
3
2
3
2
4
5
4
5
5
10
5
10
8
10
8
10
Z max [mm]
40
40
40
66
50
82
62
102
77
127