Onderhoudsprocedures
3. Sluit een 3/8 " of 1//2 " slang met een peilglas (1) in het
midden aan op de olievulklep en het 1/4 " schraeder
ventiel op de bovenkant van de afvoerleiding. Het
proces kan versneld worden door een hogedrukslang
met geschikte fi ttingen te gebruiken.
4. Nadat de unit 10minuten lang uitgeschakeld is, moet
u het peilglas (1) langs de zijkant van het oliecarter
bewegen.
5. Het peil moet tussen 50 mm en 125 mm van de
onderkant van het oliecarter liggen. Als het peil boven
200 mm lijkt te liggen, is het oliecarter volledig gevuld.
Er is waarschijnlijk nog meer olie aanwezig in het
systeem en er moet wat olie verwijderd worden totdat
het peil daalt tussen 50 en 125 mm in het oliecarter.
6. Wanneer het peil lager is dan 50 mm, is er niet genoeg
olie in het oliecarter. Dit kan veroorzaakt worden
doordat er niet genoeg olie in het systeem zit of dat
olie naar de verdamper is weggelekt. Het weglekken
van olie kan veroorzaakt worden door een lage
koudemiddelvulling, een storing in de gaspomp, etc.
OPMERKING: Controleer de werking van de gaspomp als
de olie in de verdamper zit. Als de gaspomp niet correct
werkt, zal alle olie in de verdamper terecht komen.
7. Nadat het oliepeil bepaald is, moeten de
servicekleppen gesloten en de slang/peilglas
verwijderd worden.
Aftappen van de Compressorolie
De olie in het compressoroliecarter staat onder een
constante positieve druk bij omgevingstemperatuur.
Open het serviceventiel aan de onderzijde van het
oliecarter om de olie te verwijderen en tap de olie af in
een geschikte opvangbak met behulp van onderstaande
procedure:
LET OP: POE olie!
Vanwege de hygroscopische eigenschappen van de POE
olie moet deze in metalen bakken bewaard worden. De
olie zal water absorberen als deze in een plastic bak
bewaard wordt.
68
Er mag geen olie verwijderd worden totdat het
koudemiddel geïsoleerd of verwijderd is.
8. Sluit een leiding aan op de olieaftapkraan.
9. Draai de kraan open en laat de gewenste hoeveelheid
olie in de opvangbak wegstromen en draai de vulklep
dicht.
10. Meet de juiste hoeveelheid olie die uit de unit is
verwijderd.
Olie bijvullen
Het is van belang de olieleidingen naar de compressor
te vullen tijdens het vullen van een systeem met olie.
De diagnose "Olieverlies wanneer de compressor
stilstaat" wordt gegenereerd wanneer de olieleidingen
bij opstarten niet volledig gevuld zijn.
Volg onderstaande stappen om het systeem correct met
olie te vullen:
1. Plaats de 1/4" schraderklep tussen de kogelklep en
het oliefi lter (of de kogelklep en de oliekoeler indien
aanwezig).
2. Sluit de oliepomp losjes aan op de schraderklep zoals
beschreven bij stap 1.
3. Gebruik de olievulpomp totdat olie bij de
vulklepaansluiting verschijnt; haal vervolgens de
aansluiting aan.
Opmerking: De vulklepaansluiting moet luchtdicht zijn
om te voorkomen dat lucht in de olie terecht komt.
4. Sluit de kogelklep net boven de schraderklep op de
oliepomp. Hierdoor stroomt de olie eerst door de
olieleidingen naar de compressor in plaats van eerst
naar het oliecarter.
5. Bekrachtig de hoofdsolenoïde.
6. Hierdoor stroomt de olie van de schraderklep naar
de compressor. De leidingen kunnen met ongeveer
7,5 liter olie worden gevuld.
7. Schakel de hoofdsolenoïde uit nadat de eerste 7,5 liter
toegevoegd zijn.
8. Open de kogelafsluiter net boven de schraderklep op
de oliepomp. Hierdoor stroomt de resterende vulling
in het oliecarter.
RLC-SVX018A-NL