Elektrische installatie
Regeling condensorwater
De Tracer UC800 zorgt voor een uitgangssignaal van de
contactuitgang om de condensorwaterpomp te starten
en stoppen. Als de condensorpompen opgesteld zijn in
een rij met een gemeenschappelijke kop, kan de uitgang
gebruikt worden om een isolatieklep aan te sturen en/of
een ander apparaat dat een extra pomp nodig heeft.
De tijd voor het opstarten van de condensorwaterpomp
is toegevoegd als hulp bij problemen met koud
condensorwater. Bij zeer lage buitentemperaturen
zal het koeltorencarter enige tijd na het verstrijken
van de negeringstijd van de beveiliging van de lage
systeemverschildruk de koelmachine bereiken. Dit leidt
tot onmiddellijke uitschakeling en een blokkerende
diagnose. Door de pomp eerder te starten, zodat de
warmere binnenlus kan mengen met het koeltorencarter,
kan dit probleem voorkomen worden.
Beveiliging condensorwaterstroom
De Tracer UC800 accepteert een geïsoleerd
ingangssignaal van de contactuitgang van een door
de klant geïnstalleerd stroomdetectie-apparaat
zoals een stroomschakelaar en een door de klant
geïnstalleerd hulpcontact voor blokkering met de
condensorwaterstroom.
De ingang wordt gefi lterd voor tijdelijk openen
en sluiten van de schakelaar door turbulente
waterstroom, etc. Dit wordt bereikt met een fi lteringstijd
van 6 seconden. De detectiespanning voor de
condensorwaterstroomschakelaar bedraagt 115/240 Vac.
Bij een verzoek om koeling na het onderbreken van
de herstartblokkeringstimer zal de Tracer UC800
het condensorwaterpomrelais bekrachtigen en de
condensorwaterstroomschakelaar en ingang van de
pompstarterblokkering controleren op stroming.
46
De compressor kan pas opgestart worden nadat
stroming vastgesteld is. Als de stroming niet binnen
1200 seconden (20 minuten) na bekrachtiging
van het condensorpomprelais tot stand komt,
wordt een automatisch resettende diagnose
"Condensorwaterstroom te laat" gegenereerd
die de modus voor het starten beëindigt en het
condensorwaterpomprelais uitschakelt. Deze diagnose
wordt automatisch gereset als de stroming later alsnog
tot stand komt.
Opmerking: Deze diagnose zou nooit automatisch
gereset worden als de Tracer UC800 de condensorpomp
had aangestuurd via het condensorpomprelais,
aangezien deze een uitschakelingscommando ontving
ten tijde van de diagnose. De diagnose had echter
gereset en de normale werking hervat kunnen worden
als de pomp door een externe bron aangestuurd was.
Programmeerbare relais (alarm en status) - optioneel
De Tracer UC800 verzendt een fl exibel alarm of een
indicatie van de koelmachinestatus naar een locatie
op afstand via een vast aangesloten interface naar een
droog contact. Er zijn vier relais verkrijgbaar voor deze
functie en ze worden geleverd (normaal gesproken met
een Quad relaisuitgang LLID) als onderdeel van de optie
Alarmrelaisuitgang. De gebeurtenissen/statussen die
toegewezen zijn aan de programmeerbare relais, staan
in de onderstaande tabel.
RLC-SVX018A-NL