3.5.2. Hoofdvenster
Het hoofdvenster heeft drie regels plus een richtingaanduiding:
Richting tot waypoint
Als GPS aan staat en een satelliet-fix heeft, worden helemaal boven in de display een
tweetal vaste richtpunten weergegeven. Daarnaast verschijnt er een ronde
koersindicator die de richting naar het eerstvolgende waypoint aangeeft. Wanneer de
koersindicator binnen de richtpunten valt, beweegt u zich in de ingestelde richting.
De indicator heeft de vorm van een dichte cirkel (een zwarte stip) als u navigeert met
behulp van GPS en de vorm van een open cirkel als u het kompas gebruikt. Bij lage
snelheden (lopen) is de Suunto X9 niet in staat de richting te bepalen met behulp van
GPS en wordt het kompas gebruikt.
Afstand tot waypoint:
Als GPS aan staat, wordt op de middelste regel van de display de afstand tot het
eerstvolgende waypoint weergegeven.
40
Wanneer u de modus Navigation selecteert, wordt het
hoofdvenster geopend.
Het venster wordt bijgewerkt aan de hand van de
geselecteerde interval voor GPS-fixes. Wanneer deze staat
ingesteld op 1 sec, wordt het venster constant bijgewerkt.
Wanneer de fix-interval staat ingesteld op 1 min, wordt het
venster elke minuut of bij lang drukken op STOP/BACK
bijgewerkt. Wanneer de fix-interval op Manual (handmatig)
staat ingesteld, kunt u het venster bijwerken door lang op
STOP/BACK te drukken.
Waypoint:
Wanneer de functie Navigate actief is, worden op de bovenste
regel van de display de benaming en het nummer
weergegeven van het waypoint waarnaar u op weg bent. Als
de functie Navigate is uitgeschakeld, wordt hier de positie
weergegeven van het punt waarop GPS werd ingeschakeld
(aangeduid met START).