Controleer of de Penta 6000 Centrale alle adresseerbare melders op storingen bewaakt door een
adresseerbare melder te verwijderen uit de sokkel. Controleer of de Penta 6000 Centrale als volgt
reageert:
de gele led STORING gaat aan.
de interne zoemer van de Penta 6000 Centrale wordt geactiveerd.
storingsrelais van de Penta 6000 Centrale (bijv. doormelding van storing) vallen af.
in het display wordt een STORING melding in de zone van de melder weergegeven.
in het menu WEERGAVE – STORING wordt in de zone van de adresseerbare melder een
melding ELEMENT AFWEZIG met de elementtekst van de melder weergegeven. Controleer de
weergegeven; zone tekst, elementtekst en het adres.
Plaats de adresseerbare melder terug, wacht 30 seconden en controleer of de centrale de normale
toestand weer heeft aangenomen. Herhaal de test voor alle meldergroepen.
Bewaking van Uitgangen (sirenes)
Controleer of de Penta 6000 Centrale alle bewaakte uitgangen en sirenes op storingen bewaakt door:
een adresseerbare signaalgever te verwijderen,
een -conventionele- bewaakte lijn te onderbreken,
een -conventionele- bewaakte lijn kort te sluiten,
Controleer of de Penta 6000 Centrale als volgt reageert:
de gele led STORING gaat aan.
de gele led SIGNAALGEVER STORING
de interne zoemer van de Penta 6000 Centrale wordt geactiveerd.
storingsrelais van de Penta 6000 Centrale (bijv. doormelding van storing) vallen af.
in het display wordt een STORING melding in de zone van de sirene of bewaakte uitgang
weergegeven.
in het menu weergave – STORING wordt in de zone van de sirene of bewaakte uitgang, een
storing weergegeven.
Herstel de storing , wacht 30 seconden en controleer of de centrale de normale toestand weer heeft
aangenomen. Herhaal de test voor alle alarmeringszones & voor alle bewaakte uitgangen op de Penta
6000 Centrale of op Sounder Control Units.
Functionele Test
De functionele test dient bij de in bedrijfstelling en bij elke wijziging van het systeem of de configuratie
uitgevoerd te worden. De systeemtest dient door deskundig personeel uitgevoerd te worden conform
de normen NEN2654-1, NEN2654-2, NEN2575, NEN2535 en de leveranciersvoorschriften.
De configuratie van de Penta 6000 Centrale dient volledig getest te worden. Delen van de configuratie
zijn reeds in de voorgaande testen geheel of gedeeltelijk getest.
Breng alle melders één voor één in alarm en controleer:
of alle op het systeem aangesloten melders juist werken.
dat de meldingen juist op de bediendelen gepresenteerd worden.
de werking van alle uitgangen.
Buiten de testen zoals deze beschreven worden, dienen alle functionaliteiten en parameter
instellingen functioneel beproeft te worden. De testen dienen te allen tijde, volgens de geldende
normen uitgevoerd te worden.
Onderhoud
Onderhoud dient periodiek en door deskundig personeel uitgevoerd te worden conform
onderhoudsnormen NEN 2654-1, NEN2654-2 en de leveranciersvoorschriften.
1
Alleen bij sirenes of bewaakte sirene uitgangen. Bij bewaakte brand doormeld uitgangen wordt de led STORING DOOR-
MELDING BRAND geactiveerd en bij bewaakte brandbeveiligingsuitgangen worden de led STORING BRANDBEVEILIGINGS-
UITGANG geactiveerd.
Overige Testen
In Bedrijfstellen
1
gaat aan.
79