Testen
Nadat alle bekabeling is aangesloten, de Penta 6000 Centrale geconfigureerd is en op het Penta
netwerk is aangesloten -indien toegepast-, en alle Penta Systemen naar toegangsniveau 1 of 2 zijn
gebracht, kan het systeem op de juiste werking gecontroleerd worden.
Indien de Penta 6000 Centrale in toegangsniveau 3 staat, zal de Penta 6000 Centrale geïsoleerd
worden van het PentaNet netwerk. Er zullen geen meldingen van de centrale naar de overige Penta
6000 Systemen worden gestuurd en andersom.
In de volgende paragrafen wordt een aantal testen beschreven. Afhankelijk van de configuratie,
toepassing van de Penta 6000 Centrale dienen de testen aangepast te worden waar nodig.
Neem maatregelen om ongewenste activering van sturingen, zoals een stationair blussysteem, te
voorkomen.
Nadat het Penta 6000 Systeem opgestart is, dienen alle eventuele aanwezige meldingen te worden
gereset. Verhelp eventuele storingen. Pas als het hele Penta 6000 Systeem in normaal bedrijf
toestand is kunnen de functionele testen worden uitgevoerd.
De functionele test dient bij de in bedrijfstelling en bij elke wijziging van het systeem of de configuratie
uitgevoerd te worden. Alle testen dienen door deskundig personeel uitgevoerd te worden conform de
normen NEN 2654-1, NEN 2654-2, NEN2535 en de leveranciersvoorschriften.
Indien de EN54-13 BEWAKING voor de adresseerbare melderlussen en on-board bewaakte
uitgangen is ingeschakeld dient voor elk circuit de instelling van de maximale stroom gecontroleerd te
worden.
Controleer of de instelling van de maximale stroom voor elke adresseerbare melderlus en elke on-
board bewaakte uitgang zo is ingesteld:
Pas indien nodig de instellingen aan en neem de instellingen van de maximaal stromen over in het
configuratie bestand in de Configtool.
Alleen de groene led IN BEDRIJF licht op. Op dit moment mogen er geen andere indicaties aanwezig
zijn. Indien dit toch het geval is, zoek en corrigeer dan de storing aan de hand van volgende controles:
Maak een aansluiting van de accubatterijen los en controleer of de Penta 6000 Centrale als volgt
reageert:
Sluit de accubatterijen weer aan, wacht 30 seconden en controleer of het Penta 6000 Systeem de
normale toestand weer heeft aangenomen.
74
EN54-13 Bewaking
dat deze hoger is dan de werkelijke maximale (alarm-) stroom van het circuit. Bepaal de
werkelijke maximale stroom van het circuit door de Penta Centrale in een toestand te brengen
waarin de maximale stroom in het circuit gaat lopen -totaalalarm- en lees daarna de stroom
voor het circuit uit in het menu WEERGAVE – PANEEL.
dat de % aanduiding (werkelijk impedatie tov maximale impedantie) voor elke maximaal stroom
instelling dusdanig is dat deze aanduiding kleiner dan 80% is.
Systeem Voeding
is de bedrading vrij van storingen?
zijn alle systeemdelen juist aangesloten en juist genummerd of geadresseerd?
zijn alle active EOL devices of bewakingsweerstanden juist aangesloten?
Accu Bewaking
de gele led STORING gaat aan.
de interne zoemer van de Penta 6000 Centrale wordt geactiveerd.
storingsrelais van de Penta 6000 Centrale (bijv. doormelding van storing) vallen af.
in het display wordt een STORING melding in de systeemzone weergegeven.
in het menu WEERGAVE – STORING wordt een storingsmelding ACCU BATTERIJ LAAG
weergegeven.
In Bedrijfstellen