Inhoudsopgave
Advertenties
Schakel alle zones één voor één uit en maak een brandalarm in elke zone, door in elke zone een
rookmelder met testgas of een handmelder in alarm te brengen. Controleer of er geen reactie van de
Penta 6000 Centrale volgt.
Herstel de aanwezige meldingen, controleer of er geen brandalarmen meer gemeld worden, en
schakel de zones weer in. Mochten er nog brandmeldingen op de centrale komen herstel deze en
reset de centrale.
Zorg ervoor dat de Penta 6000 Centrale rust toestand heeft. Schakel de vertraging uit. Maak een
brandmelding door een handbrandmelder in alarm te brengen en controleer of de Penta 6000
Centrale als volgt reageert:
Hef het alarm op en reset de Penta 6000 Centrale. Herhaal de procedure voor alle handbrandmelders
en automatische melders.
Herhaal de test procedure met ingeschakelde vertraging -indien toegepast- en controleer of de
sturingen voor brandmelding voor alle handbrandmelders onvertraagd zijn. Controleer of de sturingen
voor brandmelding voor alle automatische meldergroepen vertraagd zijn. Verifieer de ingestelde
acceptatie- en verkenningstijd en controleer de werking.
Controleer of alle op het systeem aangesloten melders juist werken en dat de brandmelding juist op
de centrale gepresenteerd worden. Controleer of alle meldingen juist op het nevenpaneel (indien
aanwezig) gepresenteerd worden. Controleer de werking van alle alarmeringen sturingen en/of
doormeldingen.
Controleer of de Penta 6000 Centrale alle adresseerbare melderlussen op storingen bewaakt door de
adresseerbare melderlus te onderbreken. Controleer of de Penta 6000 Centrale als volgt reageert:
Herstel de adresseerbare melderlus, wacht 30 seconden en controleer of de centrale de normale
toestand weer heeft aangenomen. Herhaal de test voor alle adresseerbare melderlussen.
Controleer of de Penta 6000 Centrale alle adresseerbare melderlussen op storingen bewaakt door de
adresseerbare melderlus in het midden kort te sluiten. Controleer of de Penta 6000 Centrale als volgt
reageert:
Herstel de adresseerbare melderlus, wacht 30 seconden en controleer of de centrale de normale
toestand weer heeft aangenomen. Herhaal de test voor alle adresseerbare melderlussen.
78
Melderlussen
Melders Test
de rode led BRAND gaat aan.
de interne zoemer van de Penta 6000 Centrale wordt geactiveerd.
in het display wordt een BRAND melding in de zone van de melder weergegeven.
in het menu WEERGAVE – BRAND wordt een brandmelding van de melder weergegeven.
Controleer de weergegeven: zone tekst, zone nummer elementtekst, adres en het type melder.
de uitgang (-en) voor doormelding van brandmeldingen word(en) geactiveerd. Controleer bij
gescheiden doormelding of het juiste relais geactiveerd wordt.
de signaalgevers -indien van toepassing- worden geactiveerd. Controleer of de juiste
alarmeringszones met de juiste toon zijn geactiveerd.
De brandbeveiligingssturingen zijn geactiveerd. Controleer of de juiste sturingen met de juiste
ringing style zijn geactiveerd.
De nevenindicatoren zijn geactiveerd -bij meldingen van automatische melders-. Controleer of
de juiste nevenindicatoren zijn geactiveerd.
Test Melderlus bewaking
de gele led STORING gaat aan.
de interne zoemer van de Penta 6000 Centrale wordt geactiveerd.
storingsrelais van de Penta 6000 Centrale (bijv. doormelding van storing) vallen af.
in het display wordt een STORING melding in de panelzone weergegeven.
in het menu WEERGAVE – STORING wordt in de systeemzone van de Penta 6000 Centrale
een storingsmelding LUSSPANNING LAAG weergegeven.
Controleer of er geen adresseerbare lus elementen afwezig zijn.
de gele led STORING gaat aan.
de interne zoemer van de Penta 6000 Centrale wordt geactiveerd.
storingsrelais van de Penta 6000 Centrale (bijv. doormelding van storing) vallen af.
in het display wordt een STORING melding in de zone van de melder weergegeven.
in het menu WEERGAVE – STORING wordt in de systeemzone van de Penta 6000 Centrale
een storingsmelding LUSSTROOM HOOG weergegeven.
Controleer of er geen adresseerbare lus elementen afwezig.
In Bedrijfstellen
Advertenties
Inhoudsopgave
