Met de menu optie KALIBREER kunnen alle Hochiki ESP elementen op de lus worden ingeregeld.
Zodra de menu optie KALIBREER wordt geselecteerd, zal de kalibratie van de Hochiki ESP
elementen op de geselecteerde lus gestart worden.
Druk de ESC toets om de menu optie te verlaten en terug te keren naar het hoofdmenu.
Afhankelijk van het aantal geïnstalleerde elementen kan de kalibratie enkele minuten duren.
Raadpleeg de Hochiki handleidingen voor meer informatie.
Met de menu optie HISTORIE kan uitgebreide informatie voor elke systeemdeel -point, subadres- op
de lus worden opgevraagd.
Boven in het venster wordt het adres -lusnummer, adres, subadres- waarover de historie informatie in
het venster wordt getoond weergegeven. De volgende historie informatie wordt getoond:
LAATSTE ACTIVERIN: -laatste activering- datum en tijd van de laatste alarmmelding -afhankelijk
van input action- van het point -subadres-.
LAATSTE TEST: datum en tijd van de laatste test van het point -subadres-
LAATSTE UITSCHAK.: -laatste uitschakeling- datum en tijd van de laatste uitschakeling van het
point -subadres-
LAATSTE INSCHAK.: -laatste inschakeling- datum en tijd van de laatste inschakeling van het point
-subadres-
GEMAAKT OP: datum en tijd dat het point -subadres- aan de configuratie toegevoegd is.
Met de toetsen kan door de op de lus aanwezige points -subadressen- gebladerd worden. Druk
de ESC (Escape) toets om het historie venster te verlaten en terug te keren naar het hoofdmenu.
Met de menu optie METER kunnen actuele meetwaarden van lus parameters en specifieke adressen
op de lus worden opgevraagd.
Zodra de menu optie METER wordt geselecteerd, worden de actuele
meetwaarden van de geselecteerde lus weergegeven.
De volgende meetwaarden worden weergegeven:
STROOM: toont de actuele, door de lus elementen opgenomen, stroom in mA.
VUIT: toont de actuele spanning op de -LOOP OUT- uitgaande lus klemmen.
VIN: toont de actuele spanning op de -LOOP IN- inkomende / retour lus klemmen.
De VIN -retourspanning- dient bij maximale stroom -alarmstroom- tenminste de minimale
bedrijfsspanning van de adresseerbare elementen op de lus te zijn -Apollo elementen hebben een
minimale bedrijfsspanning van 17 Volt-.
De maximale stroom die de lus driver kan leveren is - afhankelijk van de instellingen - gelimiteerd tot
maximaal 500 mA. -in rust toestand en in alarm toestand-.
Met de toets kan uitgebreide informatie over de data pulsen van de adresseerbare lus elementen
worden opgevraagd.
Indien gewenst kan van elk element -adres- de hoogte van de data pulsen worden opgevraagd. Toets
hiervoor het gewenste adres in en druk de (BEVESTIGEN) toets.
Druk de ESC toets om de menu optie te verlaten en terug te keren naar het hoofdmenu.
Raadpleeg de Apollo XP protocol & Discovery Protocol handleidingen voor meer informatie over de
communicatie.
56
Kalibreer
Historie
Zodra de menu optie HISTORIE wordt geselecteerd, zal een historie
venster worden weergegeven met daarin informatie over het eerst
gebruikte adres op de lus .
Meter
In het venster wordt -real time- de adressen van de adresseerbare lus
elementen met de hoogste en laagste communicatie pulsen getoond
gedurende de lus-scan. Onder in het venster wordt de voortgang van
de lus-scan getoond.
Menu's