De adresseerbare melderlussen worden op kortsluiting en onderbreking etc. bewaakt. Met de Penta
ConfigTool kan worden ingesteld of een standaard bewaking of een uitgebreide bewaking -EN54-13
bewaking- gewenst is.
De Penta 6000 Centrale beschikt over de mogelijkheid om een storing te melden, als de lus weerstand
dusdanig: toeneemt -onderbreking of bijna onderbreking -of afneemt -kortsluiting of bijna kortsluiting-,
waarbij de werking -minimale bedrijfsspanning en opgenomen stroom- van het laatste element -en alle
overige elementen- op de adresseerbare melder lus -in alle bedrijfstoestanden- niet langer
gegarandeerd is.
In de inbedrijfname menu's en in de Penta ConfigTool kan de uitgebreide bewaking -EN54-13
bewaking- worden ingeschakeld en kan de maximale opgenomen stroom - 100 t/m 500 mA - per
adresseerbare melder lus worden ingesteld. Met deze instellingen zal de Penta 6000 Centrale de
adresseerbare melderlussen continue controleren.
In het inbedrijfname menu wordt per adresseerbare melder lus, in procenten, de gebruikte circuit
impedantie -kabelweerstand en componenten weerstand- t.o.v. de maximale circuit impedantie bij de
ingestelde maximaal stroom -maximale stroom voor alle componenten op de aangesloten lus-
weergegeven. Bij een waarde van 100% zal voor de betreffende lus een storingsmelding HOGE
IMPEDANTIE worden weergegeven.
Een lagere maximaal stroom -bijvoorbeeld minder componenten op de aangesloten adresseerbare
melder lus- resulteert in hogere maximale circuit impedantie -langere lus of kabel met hogere
weerstand-.
Indien de uitgebreide bewaking -EN54-13 bewaking- niet wordt ingeschakeld zal de Penta 6000
Centrale de adresseerbare melderlussen alleen bewaken op onderbreking of kortsluiting.
In de inbedrijfname menu's en in de Penta ConfigTool kan de uitgebreide bewaking -EN54-13
bewaking- worden uitgeschakeld.
De aansluitingen van een adresseerbare melder lus worden op de hoofdprint van de Penta 6000
Centrale aangeduid als LOOP IN en LOOP OUT.
Raadpleeg de algemene installatiehandleiding van het Penta 6000 Systeem voor meer informatie over
de bekabelingvoorschriften van een adresseerbare melderlus en het aansluiten en adresseren van
adresseerbare elementen.
De LOOP IN en LOOP OUT circuits op de hoofdprint van de Penta 6000 Centrales zijn voorzien van
interne isolatoren, om een mogelijke kortsluiting in de bekabeling, tussen Penta 6000 Centrale en
eerste / laatste adresseerbaar lus element, te isoleren.
Plaats geen isolatoren direct op de LOOP IN of LOOP OUT klemmen van de Penta 6000 Centrale.
Opbouw & Aansluitingen
Bewaking
Uitgebreide Bewaking
Standaard Bewaking
Aansluiting
De uitgaande lus kabel -van de Penta 6000 Centrale naar het
eerste element- wordt aangesloten op de aansluitingen LOOP
OUT+ en LOOP OUT– van de hoofdprint van de Penta 6000
Centrale.
De retour komende lus kabel -van het laatste element terug naar
de Penta 6000 Centrale - wordt aangesloten op de aansluitingen
LOOP IN+ en LOOP IN– van de hoofdprint van de Penta 6000
Centrale.
25