De tekst in het veld SERVICE NUMMER wordt in het geval van een
storingsmelding in het display van het Penta 6000 Systeem
weergegeven. In het display wordt bij een storingsmelding een tekst
VOOR SERVICE BEL : <service nummer> weergegeven.
Het SERVICE NUMMER mag maximaal uit 20 alfanumerieke karakters bestaan. In basis instelling in
het veld SERVICE NUMMER geen tekst ingevuld.
Selecteer met de toetsen het veld en druk de (BEVESTIGEN) toets om een servicenummer in
te voeren of te wijzigen. In het display wordt een tekst invoer venster weergegeven.
Voer op het numerieke toetsenbord de gewenste tekst in en druk de (BEVESTIGEN) toets om de
invoer te bevestigen. Druk de ESC-toets om terug te keren naar het setup venster zonder de nieuwe
tekst op te slaan.
Gebruik bij voorkeur de Penta ConfigTool voor het configureren of wijzigen van de parameter.
In het veld VLG.ONDERH. DATUM wordt de -uiterste- datum en tijd voor het volgende onderhoud
ingesteld.
Zodra op de ingestelde datum de ingestelde tijd overschreden wordt zal het Penta 6000 Systeem een
storing -ONDERHOUD NODIG- melden. Deze storing kan alleen worden verholpen door een nieuwe
onderhoudsdatum en tijd in te geven.
Voer op het numerieke toetsenbord de gewenste tijd en datum in en druk de (BEVESTIGEN) toets
om de invoer te bevestigen. Druk de ESC-toets om terug te keren naar het setup venster.
Gebruik bij voorkeur de Penta ConfigTool voor het configureren of wijzigen van de parameter.
De parameter LOGBOEK INSTELLING bepaalt of het Penta 6000 Systeem bij een melding basis
informatie, uitgebreide informatie of diagnose informatie opslaat in het logboek. De parameter is niet
beschikbaar op een Penta 6000 Nevenbediendeel.
Voor de parameter LOGBOEK INSTELLING zijn er drie mogelijke instellingen;
De parameter LOGBOEK INSTELLING kan manueel worden gewijzigd. Selecteer met de toetsen
de parameter en selecteer met de toets de instelling. Druk de (BEVESTIGEN) toets om door de
mogelijke instellingen te bladeren en de instelling te wijzigen.
64
Service Nummer
Volgende Onderhoud Datum
Selecteer met de toetsen de parameter en druk de
(BEVESTIGEN) toets om de instelling van de parameter te wijzigen.
Er wordt een tijd en datum invoer venster weergegeven. De cursor
staat op de systeem tijd. Met de toetsen kan tussen tijd en datum
gewisseld worden.
Logboek Instelling
STANDAARD: de basisinstelling voor de logboek instelling. Meldingen -brand, storingen en
waarschuwingen etc.- worden opgeslagen in het logboek.
STANDAARD +: een uitgebreidere versie van de STANDARD instelling, waarbij het herstellen
(resetten) van storingen en waarschuwingen ook wordt opgeslagen.
DIAGNOSE: een volledige diagnose van alle gebeurtenissen wordt opgeslagen. Tevens
worden fouten niet meer gefilterd en direct gemeld.
Bijvoorbeeld: normaliter worden storingen van adresseerbare lus elementen een aantal malen
gescand om zeker te stellen dat het een echte fout is alvorens deze als storing te melden.
Tijdens de instelling DIAGNOSE wordt bij een fout van een adreseerbaar element direct na de
e
1
scan een storing gemeld. De instelling DIAGNOSE dient als hulp bij het oplossen van
storingen en problemen.
Menu's