Inhoudsopgave
Advertenties
Scoop
Met de menu optie SCOOP kan een grafische weergave van de signalen van specifieke adressen op
de adresseerbare melder lus worden opgevraagd.
Zodra de menu optie SCOOP wordt geselecteerd, wordt een
oscilloscoop venster weergegeven. In het oscilloscoop venster kunnen
de volgende parameters voor de meting worden ingesteld:
TRIGGER ADRES: element adres waarop de meting triggert.
VERZAMEL DATA: meting op de uitgaande of ingaande (retour) lus
TIJD BASIS: de tijdbasis van de meting.
TRIGGER OFFSET: de trigger offset van de meting.
Selecteer met de toetsen de gewenste parameter en wijzig de instelling indien gewenst. Druk de
(BEVESTIGEN) toets om de meting te starten.
Raadpleeg de Apollo XP protocol & Discovery Protocol handleidingen voor meer informatie over de
communicatie.
Zones
Het Penta 6000 Systeem heeft de mogelijkheid om een unieke -voorgeprogrammeerde- tekst van 32
karakters voor elke zone weer te geven in geval van een melding.
Deze tekst -LOCATIE TEKST- geeft aan in welk bouwdeel -zone- het systeemdeel -point: subadres,
melder, circuit, individuele ingang of uitgang van een element- is geïnstalleerd.
De LOCATIE TEKST geeft samen met de ELEMENT TEKST een nauwkeurige locatie van de melding
aan. De LOCATIE TEKST van een systeemdeel -point: subadres, melder, circuit, individuele ingang of
uitgang van een element - zal worden weergegeven op het display van een Penta 6000 Systeem:
in geval van een melding -vooralarm, brand, alarm, storing- van het systeemdeel -point-.
in lijsten met points, zoals deze op het display worden getoond bij het menu WEERGAVE,
INSCHAKELEN, UITSCHAKELEN etc.
Met hulp van de LOCATIE TEKST en de ELEMENT TEKST kan snel en eenvoudig de exacte plaats
van een melding gelokaliseerd worden of kan eenvoudig in de lijsten het juiste systeemdeel -point-
geselecteerd worden.
Met de menu optie ZONES kan van alle gebruikte zones -zones waaraan systeemdelen van de
betreffende Penta 6000 Centrale zijn toegewezen- de LOCATIE TEKST getoond en gewijzigd worden.
De parameter LOCATIE TEKST kan manueel worden gewijzigd. Selecteer met de toetsen de
gewenste zone en druk de (BEVESTIGEN) toets om de locatie tekst van de geselecteerde zone te
wijzigen.
Een tekst invoer venster wordt getoond. Voer op het toetsenbord de gewenste tekst in en druk de
(BEVESTIGEN) toets om de invoer te bevestigen. Druk de ESC toets om de menu optie te verlaten en
terug te keren naar het hoofdmenu.
Het manueel wijzigen van de parameter kan invloed hebben op andere instellingen en configuraties.
Gebruik bij voorkeur de Penta ConfigTool voor het configureren of wijzigen van de LOCATIE
TEKSTEN.
In het venster wordt de meting getoond. Met de (BEVESTIGEN)
toets kan de instelling van de parameters gewijzigd worden.
Druk de ESC toets om de menu optie te verlaten en terug te keren naar
het hoofdmenu.
Zodra de menu optie ZONES wordt geselecteerd, zal een lijst met alle
gebruikte zones met hun locatie tekst worden weergegeven.
Met de toetsen kan door lijst met zones worden gebladerd.
Menu's
57
Advertenties
Inhoudsopgave
