1
Afb. Bedieningspaneel
1. Hoge amplitude
1
2
3
Afb. Functietoetsen
1. Instelbare (variabele) frequentie
2. Frequentie, verhogen
3. Frequentie, verlagen
Bodemtype(s)
Bodemtype(s)
Fijne bodemtypes (klei en slib)
Fijne bodemtypes (klei en slib)
Gemengde bodemtypes (leem- en slibachtig)
Gemengde bodemtypes (leem- en slibachtig)
Grove bodemtypes (zand en gravel)
Grove bodemtypes (zand en gravel)
Steenslag (gebroken rots en split)
Steenslag (gebroken rots en split)
2018-04-26
Amplitude - Omschakelen
De amplitude-omschakeling mag niet gebeuren
De amplitude-omschakeling mag niet gebeuren
wanneer het trillingsysteem ingeschakeld is.
wanneer het trillingsysteem ingeschakeld is.
Schakel het trillingsysteem uit en wacht tot de
Schakel het trillingsysteem uit en wacht tot de
trilling stopt voordat u de amplitude wisselt.
trilling stopt voordat u de amplitude wisselt.
Druk op de knop (1) om hoge amplitude in te
schakelen.
Instelbare (variabele) frequentie - (optioneel)
De optimale trilsnelheid hangt af van het te verdichten
bodemtype en van de gekozen trillingsamplitude.
Wanneer dubbele springen optreden, verlaagt u als
eerste maatregel de trilfrequentie, indien mogelijk.
Wanneer dit niet helpt, selecteert u in plaats daarvan
een lagere amplitude.
Hoge amplitude
Hoge amplitude
24 - 26 Hz
24 - 26 Hz
24 - 26 Hz
24 - 26 Hz
26 - 28 Hz
26 - 28 Hz
24 - 26 Hz
24 - 26 Hz
4812159214_E.pdf
Bediening
Lage amplitude
Lage amplitude
28 - 30 Hz
28 - 30 Hz
29 - 31 Hz
29 - 31 Hz
31 - 33 Hz
31 - 33 Hz
31 - 33 Hz
31 - 33 Hz
71