2
Afb. Bedieningspaneel
1. Vooruit-/achteruithendel
2. Toerenschakelaar
3. Contactsleutel
Afbeelding. Display - statusafbeelding
2018-04-26
Starten
De motor starten
Controleer of de noodrem UIT staat en de parkeerrem
AAN.
1
Zet de vooruit-/achteruithendel (1) in de neutrale stand
en zet de snelheidsschakelaar (2) in de stationaire
stand (LO) of de stand ECO als deze op de machine is
geïnstalleerd.
De dieselmotor kan niet in een andere stand
worden gestart.
3
Draai de contactsleutel (3) rechtsom naar stand I en
draai vervolgens de startschakelaar helemaal naar
rechts. Laat de startschakelaar los zodra de motor
draait.
Wanneer bij de start van de dieselmotor de
omgevingstemperatuur lager is dan +10°C (50°F),
moet de motor bij stationair toerental (laag toerental)
opwarmen tot de temperatuur van de hydraulische olie
hoger is dan +10°C (50°F).
Controleer tijdens het warmdraaien van de motor ook
de brandstofmeter en de acculading (minimaal 24V).
4812159214_E.pdf
Laat de startmotor niet te lang draaien (max. 30
Laat de startmotor niet te lang draaien (max. 30
seconden). Als de motor niet start, wacht u een
seconden). Als de motor niet start, wacht u een
minuut en probeert u het opnieuw.
minuut en probeert u het opnieuw.
Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) wanneer
Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) wanneer
u de motor binnenshuis laat draaien. Gevaar voor
u de motor binnenshuis laat draaien. Gevaar voor
koolmonoxidevergiftiging.
koolmonoxidevergiftiging.
Wanneer men een koude machine start of met een
Wanneer men een koude machine start of met een
koude machine rijdt, is de hydraulische olie ook
koude machine rijdt, is de hydraulische olie ook
koud en is de remweg langer dan wanneer de olie
koud en is de remweg langer dan wanneer de olie
zijn normale werktemperatuur heeft.
zijn normale werktemperatuur heeft.
De machine start altijd in de transportmodus en
De machine start altijd in de transportmodus en
zonder de triloptie.
zonder de triloptie.
Bediening
63