ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
De volgende veiligheidsvoorschriften moeten altijd worden gerespecteerd bij het gebruik, de reparatie of het
onderhoud van het voertuig. Identificatie-informatie over de kenmerken van het voertuig vindt u ook op pagina's 8
tot en met 13. Andere specifieke waarschuwingen vindt u overal in deze handleiding en op het voertuig.
∆
GEVAAR
• Benzinedampen – Accudampen – Ontvlambaar! Ontplofbaar! Niet roken. Houd vonken en vlammen
op veilige afstand van het voertuig en de onderhoudsruimte. Onderhoud uitsluitend uitvoeren in
een goed geventileerde omgeving.
• Gebruik een voertuig met benzinemotor niet in een afgesloten ruimte zonder behoorlijke ventilatie.
Motor produceert koolmonoxide, een reukloos, dodelijk, giftig gas.
• Een transportvoertuig geeft geen bescherming tegen bliksem, rondvliegende voorwerpen of
andere stormrisico's. Indien u door een onweer overvallen wordt terwijl u een Carryall-voertuig
bestuurt, moet u het voertuig verlaten en beschutting zoeken, volgens de plaatselijk geldende
veiligheidsvoorschriften.
∆
WAARSCHUWING
• Laat geen kinderen zonder toezicht toe op het voertuig.
• Wanneer u het voertuig stopt en verlaat:
– Draai het contactslot op UIT en verwijder de sleutel.
– Plaats vooruit-/achteruithendel in VRIJLOOP (N).
– Schakel de parkeerrem in.
• De uitlaatgassen van dit product bevatten chemicaliën waarvan de staat Californië weet dat ze
kanker, geboorteafwijkingen of andere reproductieletsels veroorzaken.
• Laat alleen een getrainde monteur het voertuig repareren of onderhouden. Zelfs bij eenvoudige
reparaties of onderhoudshandelingen moet u nauwkeurig de procedures volgen zoals ze in deze
handleiding worden beschreven. Volg alle GEVAAR-, WAARSCHUWING- en VOORZICHTIG-proce-
dures in de handleiding en op het voertuig zelf.
• Draag altijd een veiligheidsbril of een goedgekeurde oogbescherming wanneer u het voertuig
onderhoudt. Draag bij het werken met accu's een volledig gelaatsmasker en rubberhandschoenen.
• Gebruik bij het werken met de accu of de elektrische aansluitingen altijd geïsoleerd gereedschap.
• Verkeerd gebruik of gebrekkig onderhoud van het voertuig kan de prestatie ervan verminderen of
tot ernstige verwondingen leiden.
• Elke wijziging of aanpassing van het voertuig die de stabiliteit en wegligging beïnvloedt, of die de
maximumsnelheid boven de fabrieksspecificaties instelt, kan ernstige of dodelijke verwondingen
veroorzaken.
• Geaard chassis – Laat geen gereedschap of andere metalen voorwerpen in aanraking komen met
het chassis wanneer u de accu of andere elektrische bedrading afkoppelt. Laat nooit een positieve
draad in aanraking komen met het chassis van het voertuig, de motor of andere metalen onderde-
len.
• Houdt u aan alle in deze handleiding vermelde procedures voor het laden en lossen van het
voertuig. U mag het nominale laadvermogen van het voertuig niet overschrijden.
• Vóór het onderhoud van het voertuig:
– Draai het contactslot op UIT en verwijder de sleutel.
– Plaats de vooruit-/achteruithendel in VRIJLOOP (N).
– Blokkeer de wielen.
– Koppel accukabels af, de negatieve (-) kabel eerst (Figuur 1, pagina 6).
– De bougiekabel van de bougie losmaken.
Handleiding voor de eigenaar van een Carryall benzinevoertuig 2002
Algemene waarschuwingen
pagina 7