PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA
VAST INTERVAL
Maandelijks onderhoud door eigenaar
of getrainde monteur
Halfjaarlijks onderhoud, uitsluitend
door getrainde monteur (om de 50 uren
gebruik)
Jaarlijks onderhoud, uitsluitend door
getrainde monteur (om de 100 uren
gebruik)
Tweejaarlijks onderhoud, uitsluitend
door getrainde monteur (om de
200 uren gebruik)
∆
WAARSCHUWING
• Indien bij een vaste inspectie of onderhoudsbeurt problemen aan het licht komen, mag u het
voertuig niet gebruiken tot het gerepareerd is. Het achterwege laten van noodzakelijke reparaties
kan brand, materiële schade en ernstige of dodelijke verwondingen veroorzaken.
ONDERHOUD
Motor
Banden
Voertuig algemeen
Accu
Voorwieluitlijning en wielvlucht
Elektrische bedrading en aansluitingen
Remsysteem
Motor
Luchtinlaat motor
Voertuig algemeen
Benzinefilters
Handleiding voor de eigenaar van een Carryall benzinevoertuig 2002
Periodiek onderhoudsschema
Controleer het oliepeil van de motor, vul
indien nodig bij. Zie Periodiek
smeerschema op pagina 32. Ontdoe u
op gepaste wijze van de gebruikte olie.
Controleer de inlaat van de koellucht van
de motor; kijk of het niet afgedekte
gedeelte rond de motoruitlaat gras of puin
bevat en maak het indien nodig schoon.
Controleer de spanning en stel zo nodig
bij. Zie Voertuigspecificaties op
pagina 37.
Maak motorcompartiment en onderzijde
van voertuig schoon. Was de motor niet
wanneer deze warm is.
Maak polen en behuizing schoon,
controleer niveau van het elektrolyt. Zie
pagina 37.
Controleer en stel zo nodig bij. Zie
hoofdstuk 7 – Besturing en
voorophanging, van de relevante
onderhouds- en servicehandleiding.
Controleer op degelijke bevestiging en
slijtage.
Controleer remschoenen; vervang indien
nodig. Zie hoofdstuk 6 – Wielremmen
van de relevante onderhouds- en
servicehandleiding.
Smeer de remschuiven volgens het
smeerschema. Zie hoofdstuk 6 –
Wielremmen, van de relevante
onderhouds- en servicehandleiding.
Controleer remkabels op schade; vervang
indien nodig.
Controleer op lekken bij pakkingen,
vulpluggen enz.
Inspecteer en reinig bougie; stel afstand
bij; vervang indien nodig.
Controleer luchtfilterelement, maak
schoon of vervang.
Controleer de bevestiging van de
klemmen; controleer de slang op barsten.
Controleer op losse bouten en moeren en
draai vast indien nodig.
Vervang. Ontdoe u op gepaste wijze van
gebruikte filters.
pagina 31