BRANDSTOFMETER/URENTELLER
Figuur 13 Brandstofmeter/urenteller en olielampje
BRANDSTOFMETER/URENTELLER
De Carryall met benzinemotor heeft op het dashboard een brandstofmeter/urenteller (Figuur 13, pagina 19) .
Dankzij de brandstofmeter kan de bestuurder het brandstofpeil van het voertuig volgen. De urenteller moet worden
gebruikt door de getrainde monteur om bij te houden hoeveel het voertuig wordt gebruikt en om te bepalen wanneer
periodiek onderhoud nodig is. Zie Periodiek onderhoudsschema op pagina 30.
BEDIENING VOOR KOPLAMPEN
De bedieningsknop voor de koplampen bevindt zich op het dashboard vooraan tussen de benzinemeter en de
urenteller enerzijds en de stuurkolom anderzijds. Trek de bedieningsknop voor de koplampen uit om ze te doen
branden en duw de knop in om ze te doven.
OPMERKING: Als de koplampen langdurig branden zonder dat de motor draait of als de motor stationair draait,
wordt de accu ontladen.
VOORBEWERKING EN DAGELIJKSE VEILIGHEIDSCONTROLES
Alle Carryall-voertuigen worden grondig geïnspecteerd en afgesteld in de fabriek. Na de ontvangst van uw nieuwe
Carryall(s) moet u zich echter vertrouwd maken met de bedieningen en het gebruik. Controleer elk voertuig
zorgvuldig en vergewis u ervan dat het in perfecte staat verkeert voor u de levering aanvaardt.
Gebruik de volgende lijst bij de inspectie van uw nieuwe voertuig. U dient deze lijst dagelijks te gebruiken om ervoor
te zorgen dat het voertuig in goede staat verkeert en conform het Periodiek onderhoudsschema op pagina 30 wordt
gebruikt. Eventuele defecten mogen uitsluitend hersteld worden door uw Club Car-distributeur/dealer of een
getrainde monteur.
• Algemeen: Alle onderdelen moeten correct gemonteerd en geïnstalleerd zijn. Verifieer dat alle moeren,
bouten en schroeven goed vastzitten. Controleer of alle slangklemmen goed sluiten en de drijfriem van de
starter strak gespannen is.
• Waarschuwingsstickers: Verifieer dat alle waarschuwings- en gebruiksaanwijzingsstickers aangebracht
zijn. Zie pagina's 8 tot en met 13.
• Banden: Controleer de bandenspanning van uw nieuwe voertuig. Zie Voertuigspecificaties op pagina 37.
Controleer banden dagelijks op slijtage en schade, en ga na of ze goed zijn opgeblazen.
• Accu: Controleer voor het eerste gebruik het elektrolyt: het peil moet voldoende zijn (Figuur 24, pagina 35) .
Controleer de accuklemmen. De kabels moeten goed vastzitten en mogen geen corrosie vertonen. De accu
moet volledig opgeladen zijn.
OLIELAMPJE
Handleiding voor de eigenaar van een Carryall benzinevoertuig 2002
Voorbewerking en dagelijkse veiligheidscontroles
pagina 19