Verbind deze machine en een computer met het netwerk om deze machine als een printer te
gebruiken.
Met behulp van het printerstuurprogramma kunt u de afdrukgegevens vanaf een computer naar
deze machine sturen.
Overzicht van afdrukhandelingen
(printerstuurprogramma)..... p. 3-2
1. Open het scherm van het
printerstuurprogramma.
2. Wijzig de instellingen.
3. Klik op [OK].
4. Klik op [Afdrukken] of [OK].
Instellingen printerstuurprogramma ..................p. 3-9
Dit hoofdstuk verklaart elke instelling van het
printerstuurprogramma in detail.
Functieknoppen afdrukmodus..........................p. 3-35
Dit hoofdstuk verklaart de functies die beschikbaar zijn in de
Afdrukmodus.
Afdrukken
Overzicht van afdrukhandelingen
(afdrukmodus).......................p. 3-3
1. Druk op [Print] op het [Thuis1]-
scherm.
2. Selecteer een taak.
3. Druk op de [Start]-toets.
3
ComColor GD serie Gebruikershandleiding