Hoofdstuk 1
Kopiëren
De paginastempel configureren
1
Druk op [Stempel].
Het scherm [Stempel] wordt weergegeven.
2
Druk op [Pagina].
3
Configureer de afdrukpositie.
• U kunt verschillende soorten stempels niet
afdrukken op dezelfde positie. Als de pijl
voor het configureren van de afdrukpositie
grijs wordt weergegeven en niet kan
worden geselecteerd, moet u een andere
positie kiezen.
4
Geef de tekstgrootte op.
Druk op [
] of [
kunt ook het tekstvak voor [Tekstgrootte] aanraken
en een grootte invoeren via het numerieke
toetsenbord.
5
Stel de optie voor transparantie in.
6
Geef het beginnummer op.
7
Geef de startpagina voor stempelen
op.
8
Druk op [OK].
1-18
] om de grootte op te geven. U
De datumstempel configureren
1
Druk op [Stempel].
Het scherm [Stempel] wordt weergegeven.
2
Druk op [Datum].
3
Configureer de afdrukpositie.
• U kunt verschillende soorten stempels niet
afdrukken op dezelfde positie. Als de pijl
voor het configureren van de afdrukpositie
grijs wordt weergegeven en niet kan
worden geselecteerd, moet u een andere
positie kiezen.
4
Geef de tekstgrootte op.
Druk op [
] of [
] om de grootte op te geven. U
kunt ook het tekstvak voor [Tekstgrootte] aanraken
en een grootte invoeren via het numerieke
toetsenbord.
5
Stel de optie voor transparantie in.
6
Stel de optie voor toegepaste pagina
in.
7
Stel de te stempelen datum in.
Om een datum naar keuze op te geven, drukt u op
[Datum opgev.] en op het invoerscherm dat wordt
weergegeven om de datum in te stellen.
U kunt het getal ook invoeren met behulp van de
numerieke toetsen.
8
Druk op [OK].
ComColor GD serie Gebruikershandleiding