Hoofdstuk 1
Kopiëren
Scanformaat
Geef het scanformaat op van de originelen.
[Auto]
Selecteer deze optie als u het scanformaat van het
origineel automatisch wilt detecteren.
[Standaard]
Selecteer deze optie wanneer u een ander
standaardformaat gebruikt dan dat van het origineel.
[Aangepast]
Selecteer deze optie om vooraf te kiezen uit niet-
standaard papierformaten die door de beheerder zijn
geregistreerd.
[Handmat.]
Geef het niet-standaard papierformaat op dat niet is
geregistreerd.
1
Druk op [Scanformaat].
Het scherm [Scanformaat] wordt weergegeven.
2
Geef het scanformaat op van de
originelen.
Om een niet-standaardformaat te gebruiken dat niet
is geregistreerd, drukt u op [
scherm [Handmat.] om waarden in te voeren. U kunt
het getal ook invoeren met behulp van de numerieke
toetsen.
3
Druk op [OK].
1-10
] of [
] op het
Origineelrichting
[Bov.z. boven]
Selecteer dit wanneer u het origineel plaatst met de
bovenzijde van het origineel naar de achterzijde van de
glasplaat of de ADF gericht.
[Bov.z. links]
Selecteer dit wanneer u het origineel plaatst met de
bovenzijde van het origineel naar de linkerzijde van de
glasplaat of de ADF gericht (zodat de tekst van het
origineel zijdelings staat).
1
Druk op [Origineelrichting].
Het scherm [Origineelrichting] wordt weergegeven.
2
Selecteer de origineelrichting.
3
Druk op [OK].
ComColor GD serie Gebruikershandleiding