Hoofdstuk 8
Optionele apparatuur
3
Stel de papierdoorvoeren dusdanig
in dat ze geschikt zijn voor het
papierformaat.
Verschuif de doorvoeren terwijl u de hendels van de
papierdoorvoeren samenknijpt zodat de doorvoeren
tot tegen de randen van het papier komen, en laat
de hendels van de papierdoorvoeren los om de
doorvoeren vast te zetten.
4
Pas de hendel voor het aanpassen
van de druk van de papierinvoer
aan.
Voor algemeen gebruik kiest u "NORMAL". Voor dik
papier of ander papier voor speciale doeleinden,
kiest u "KAART".
5
Controleer de instellingen voor de
lade op het bedieningspaneel.
Configureer het papierformaat en het type via
[Papierlade]. Wanneer u het papier in een lade
verandert, moet u de instellingen in [Papierlade]
wijzigen.
8-10
Vullingen voor de
standaardlade
Afhankelijk van het gebruikte papierformaat, zijn de
vullingen voor de standaardlade al dan niet nodig.
■ Gevallen waarin de vullingen voor de
standaardlade nodig zijn
Bevestig en gebruik de vullingen voor de standaardlade
correct wanneer het papierformaat B5-LEF, A4-LEF, B4
of A3 is, of bij een aangepast formaat met een breedte
van 257 mm of meer.
■ Gevallen waarin de vullingen voor de
standaardlade niet nodig zijn
Wanneer het papierformaat staand kleiner is dan A4 of
groter dan A3, of wanneer u enveloppen gebruikt met
C5- of DL-LEF-formaat, verwijdert u de vullingen voor de
standaardlade. De papierdoorvoer kan niet worden
verwijderd wanneer de klep is geplaatst.
ComColor GD serie Gebruikershandleiding